Binnen de Surinaamse regering is spanning en discussie over de vraag wie de opengevallen functie van minister van Binnenlandse Zaken, BiZa, zal invullen. De president heeft zelf over deze aangelegenheid bericht op zijn privé-pagina op social media. De president zegt zijn verantwoordelijkheid als president te willen nemen om de de samenleving te informeren over de situatie binnen de coalitie. Hij geeft aan dat er nu een wrijving is tussen de ABOP en de PL. Deze frictie is ontstaan door een onderzoek van de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) dat momenteel plaatsvindt op het ministerie van Binnenlandse Zaken. De spanningen werden erger nadat minister Bronto Somohardjo op eigen verzoek ontslagen was en discussie ontstond over wie de post moet invullen. Als president meent de president te moeten zorgen voor stabiliteit, maar ook moet hij garanderen dat het ministerie van BiZa, dat cruciaal is voor de verkiezingen, goed functioneert.
Het is belangrijk dat er nationaal en internationaal vertrouwen is in de organisatie van de verkiezingen. Om dit conflict correct op te lossen, zegt de president de afspraken die destijds zijn gemaakt – zowel schriftelijk als mondeling – als leidraad te hebben genomen.
Onder andere denken wij dat het gaat om het regeerakkoord. De president geeft aan dat de coalitiepartner ABOP in een brief aan hem heeft aangegeven dat er een afspraak was tussen ABOP en PL over het ministerie van BiZa. Deze afspraak wil de ABOP opzeggen, maar dat moeten ze doen bij PL. Van de uitkomst van het opzeggen moeten ze bericht geven aan de president.
Nu zet de ABOP het probleem met de PL die ze zelf hebben gecreëerd op het bord van de president en dat is niet eerlijk en redelijk. De ABOP vraagt aan de president om PL links te laten en met disrespect te behandelen en de invulling van de post van minister BiZa aan ABOP nu over te laten. Dat is een ‘indecent proposal’ en doet denken aan een aflevering van ‘1 plus 1 is 3’ waar 3 mensen proberen de ministersposten van een regering te verdelen. De ABOP heeft geen respect voor de PL, misschien is het leiderschap van de PL van bedenkelijk allooi, maar die houding van openlijk disrespect naar een politieke partner mag men niet van de VHP verwachten.
De ABOP toont hier wat haar karakter is en dat het alleen gaat om persoonlijke belangen. Afspraken en politieke ethiek zijn van geen waarde bij de ABOP.
De president heeft wijs gehandeld door het onzedelijk verzoek van de ABOP door te sturen naar de PL. De president heeft nu de informatie dat er tussen de PL en ABOP geen afspraak was over BiZa, maar over Sociale Zaken en Volkshuisvesting. Dat betekent dat de ABOP gelogen heeft tegenover de president, alleen uit gierigheid om de functie van BiZa in te vullen.
De president handelt wijs door boven partijen te staan en samen met de politieke leiders van de coalitie een besluit te zullen nemen. De president wil bij de invulling zich houden aan de beginselen van goed bestuur. De invulling moet zorgvuldig gebeuren, vooral gezien de beperkte tijd tot de verkiezingen toe.
Het blijft de ABOP moeite kosten om moreel-ethisch zich correct te gedragen. Men is heel snel bereid verraad te plegen en politieke partners te laten vallen. De ABOP heeft met deze move getoond een zeer onbetrouwbare partij te zijn, moreel op hetzelfde niveau als de PL. De motieven van ABOP met het dubieus leiderschap dat nu aan zet is om BiZa over te nemen lijken niet zuiver.
De president is bijna hoofdelijk aansprakelijk voor het houden van goede verkiezingen. Suriname heeft gedurende de jaren heen altijd goede, eerlijke verkiezingen gehouden. De VHP heeft zeker onder 2 ministers in de recente geschiedenis getoond in staat te zijn om goede en eerlijke verkiezingen te houden. Bij een van die verkiezingen kwam de Front-coalitie waarin ze participeerde als winnaar uit de bus en bij de volgende als verliezer. Uit VHP-gelederen hebben verkiezingsfunctionarissen een heel goede en eerlijke job gedaan.
De ABOP heeft het kader niet om invulling te geven aan het ambt van BiZa, vooral gelet op de verantwoordelijkheid om verkiezingen te organiseren. Het is daarom niet gek dat de ABOP-voorzitter personen uit andere partijen moet vragen om het ambt namens de ABOP in te vullen. Dat aanbod wordt niet geaccepteerd, kennelijk vanwege het dubieuze leiderschap en het morele faillissement in de partij.
Gelet op de spanningen, de onzuivere motieven van de ABOP en daarbovenop het gebrek aan kader binnen deze partij, is het nu het meest raadzaam om een minister vanuit de gelederen van de VHP te vragen voor een aantal maanden de functie van minister BiZa in te vullen. Dat kader is binnen de partij toevallig wel in ruime mate aanwezig.