Riske M. loopt al een tijdje rond met een grote zorg in haar hart. Haar kind, dat enthousiast is als het gaat om praktische vaardigheden, lijkt minder interesse te hebben in theoretische vakken. Dit doet haar als moeder twijfelen over de toekomst van haar kind en de mogelijkheden die voor hen liggen. Ze deelt haar ervaring met de redactie van Dagblad Suriname.
Grote passie voor praktische vaardigheden
Van jongs af aan merkte Riske dat haar kroost Danniek een natuurlijke aanleg had voor alles wat met handvaardigheid te maken had. Of het nu ging om knutselen, bouwen of zelfs koken, het werd al snel duidelijk dat de praktische vaardigheden een grote passie vormden. Echter, wanneer het tijd was voor rekenen of geschiedenis, stierf die passie weg. Het leren uit boeken leek voor Danniek meer op een zware last dan op een kans om te groeien.
De zorgen van Riske
Riske maakt zich zorgen dat de focus op theoretisch leren haar zoon in de toekomst zou kunnen belemmeren. “Hoe ga je het namelijk maken als je niet goed presteert op school?”, vraagt ze zich af. De druk van de maatschappij om academische prestaties te leveren kan ontmoedigend zijn, vooral voor kinderen die beter functioneren in een praktische omgeving. Daarnaast vreest ze dat haar kind misschien zijn potentieel nooit volledig zal ontdekken als het onderwijs zich uitsluitend richt op de theoretische kant.
Na veel nadenken besluit Riske om actie te ondernemen. Ze begint zich te verdiepen in alternatieve onderwijsmethoden die meer aansluiten bij de leermogelijkheden van haar kind. Geloven in de kracht van praktijkgericht leren, onderzoekt ze mogelijkheden zoals creatieve workshops, beroepsonderwijs of zelfs vaardigheden die buiten het traditionele onderwijs vallen. Riske hoopt dat haar kind op deze manier de kans krijgt om te bloeien.
Ze begrijpt dat er ook een zekere basiskennis noodzakelijk is in de moderne wereld, en ze probeert een balans te vinden tussen de behoeften van haar kind en de eisen van het schoolsysteem. Dagelijks samen leren, maar met een praktische insteek, biedt haar kind nu de gelegenheid om de theorie te verbinden met de praktijk. Ze maken samen werkstukken, experimenteren met wetenschap en ontdekken geschiedenis door middel van boeiende verhalen en uitstapjes.
Conclusie
Riske M. leert dat, hoewel haar kind misschien niet de beste is in theoretisch leren, dat niet betekent dat er geen toekomst is. Met de juiste ondersteuning en een persoonlijke benadering kan haar kind zich ontwikkelen in een richting die bij zijn of haar unieke talenten past. Riske is vastbesloten om haar kind te helpen bloeien, ongeacht de vorm die het leren aanneemt. Uiteindelijk is het haar liefde en ondersteuning die de beste leeromgeving creëert, geheel afgestemd op wat haar kind nodig heeft.
CS