COP16: Het begin van een hernieuwde toewijding
COP16 vond plaats in Cancún, Mexico, in 2010. Na het mislukken van COP15 in Kopenhagen, waar verwachtingen niet werden ingelost, werd COP16 gezien als een kans voor herstel. De Cancún Agreements werden aangenomen, gericht op het beperken van de wereldwijde temperatuurstijging tot onder 2 graden Celsius. Er was een erkenning van de noodzaak voor ontwikkelde landen om substantiële emissiereductiedoelstellingen vast te stellen en te streven naar grootschalige financiering voor ontwikkelingslanden via het Groene Klimaatfonds.
De Cancún Agreements leverden enkele waardevolle resultaten op, zoals de erkenning van de noodzaak voor internationaal coherente maatregelen en de oprichting van nieuwe instituten binnen de VN, zoals het Technology Mechanism. Echter, de implementatie liet te wensen over. Het ontbrak aan concrete bindende afspraken en doelen bleven vaak vaag, wat leidde tot kritiek dat COP16 meer een platform voor goede bedoelingen was dan voor concrete actie.
*COP29: De moderne uitdagingen
COP29, in november in Baku, Azerbaijan, baadt in een totaal andere context. Na de wereldwijde Corona-pandemie en toenemende zichtbare effecten van klimaatverandering (extreme weersomstandigheden, stijgende zeespiegel), is de druk om resultaten te boeken hoger dan ooit. De gesprekken zullen zich sterk richten op het versnellen van de uitvoering van het Akkoord van Parijs om de uitstoot drastisch te verminderen. Er gaan discussies worden gehouden over een strenger wereldwijde koolstofprijs en mechanismen voor verlies en schade voor landen die het meest door klimaatverandering zijn getroffen.
De belangen van groene landen en de rol van rijke landen
Voor landen met uitgebreide groene gebieden, zoals veel tropische landen, zijn de COP-conferenties van groot belang. Zij spelen een cruciale rol in het beschermen van de biodiversiteit en fungeren als belangrijke ‘koolstofputten’. Er is echter consistent geklaagd dat er onvoldoende financiële steun en technologische overdracht is van rijkere, geïndustrialiseerde landen om deze rol effectief te blijven spelen.
Rijke landen hebben zich vaak verbonden aan financiële bijdragen om ontwikkelingslanden te ondersteunen. In realiteit voldoen ze hier regelmatig niet volledig aan. De beloofde $100 miljard per jaar, afgesproken in eerdere COP-bijeenkomsten, wordt vaak niet gehaald, waardoor ontwikkelingslanden beperkt worden in hun mogelijkheden om klimaatmaatregelen effectief te implementeren.
Is COP een praatclub of een noodzakelijk platform?
Critici beschouwen de COP-conferenties vaak als dure praatclubs vol politieke retoriek, maar zonder afdwingbare verplichtingen. Er is een zekere mate van overdrijving in deze kritiek. Want hoewel COP-bijeenkomsten geleidelijk kleine stappen weten te realiseren, is de snelheid en impact onvoldoende voor de versnellende klimaatveranderingen.
Toch bieden COP-bijeenkomsten een essentieel internationaal platform waarin alle landen – rijk en arm, groot en klein – sausjes naar voren kunnen brengen, ervaringen uitwisselen, en gezamenlijke oplossingen kunnen bedenken. Deze conferenties houden de aandacht op klimaatverandering levendig bij beleidsmakers en het publiek, wat besluitvormers onder druk zet om daadkrachtiger op te treden.
Voor landen die rijk zijn aan groen, moeten COP-onderhandelingen worden herbenoemd naar concrete ondersteuning. De maatschappelijke druk en zichtbaarheid die de conferenties met zich meebrengen, kunnen uiteindelijk de katalysator blijken voor een nieuwe wereldwijde benadering die écht verschil maakt in de strijd tegen klimaatverandering.