Suriname, een opkomende speler in de Zuid-Amerikaanse energieproductie, heeft uitgesloten om leningen aan te gaan met toekomstige olie-inkomsten als onderpand. Ondanks recente aanbiedingen na het aankondigen van een offshoreproject van $10,5 miljard met TotalEnergies en APA Corp., blijft de overheid terughoudend.
Minister van Financiën Stanley Raghoebarsing benadrukt, in gesprek met Bloomberg, dat toekomstige generaties niet belast moeten worden met dergelijke schulden.
Suriname’s $26 miljard potentieel uit olieproductie heeft het land een krediet upgrade van Moody’s bezorgd. De economie van $4,9 miljard groeit, gesteund door een recente schuldsanering die waardeherstelinstrumenten voor investeerders omvatte.
De overheid wil geen extra oliegerelateerde effecten verkopen en vond voorgestelde debt-for-nature swaps niet de moeite waard. Plannen voor een nieuw IMF-programma worden pas na de verkiezingen in mei overwogen. Ondertussen heeft Suriname een overeenkomst met de Wereldbank voor $22 miljoen aan concessionele financiering om leefomstandigheden in Paramaribo te verbeteren.
Het land heeft wetten aangepast om ervoor te zorgen dat olie-inkomsten zowel de huidige als toekomstige generaties ten goede komen. Raghoebarsing benadrukt het belang van een gebalanceerde benadering om de nieuw verworven rijkdom duurzaam te beheren.