Het oprechte milieuverhaal 

De president van het land zal eerst afreizen naar de COP 16 in Cali (Colombia) en daarna weer naar de COP 29 te Baku, Azerbeidzjan. Dat zijn allemaal klimaatconferenties waar het staatshoofd naar toe afreist. De boodschappen die in de Surinaamse media worden gelanceerd door de regering zelf, wekken de indruk dat ze bezig is om alle klimaatblokkades die zouden kunnen optreden om de olie- en gasvoorraden die recent zijn ontdekt naar boven te halen, te voorkomen. De focus van de Surinaamse politiek is dus op het binnenhalen van de oliedollars, dat lijkt het primaire doel van de Surinaamse regering te zijn om klimaatconferenties te bezoeken. 

Bij de laatste klimaatconferentie waar de president bij was, heeft hij aangegeven dat de armere landen die laat olie hebben ontdekt, de ruimte moeten krijgen om nu van hun olievoorraden te genieten. Dat is een boodschap wat niet vaak wordt gehoord en of het ethisch en moreel verantwoord wordt om de zaken zo te brengen in het licht van de klimaatcrisis die gaande is en nog gaat komen, is nog een vraag. 

Wij vinden wel dat het moreel verkeerd zit als landen op aarde dat soort betogen houden, waarmee niet gezegd is dat landen als Suriname hun ontdekte voorraden met rust zullen laten. Wij denken niet dat het helpt om aan de grote klok uitgerekend op een klimaatconferentie te hangen dat we vastberaden zijn onze olie te exploiteren. Dat soort boodschappen horen thuis op conferenties waar het ontwikkelingsparadigma in het algemeen wordt beschouwd. Daar komen landen dan met hun kansen, bedreigingen en dilemma’s. Daar ontstaat dan een internationaal politiek draagvlak waar pragmatisme dan de drijfveer is voor keuzes. We kunnen ook niet op een klimaatconferentie gaan zeggen dat we olie gaan oppompen met klimaatvriendelijke methoden. Het staat gelijk aan het beloven op een anticorruptie conferentie dat we gaan stelen. maar de gelden sociaal verantwoord zullen besteden. Suriname moet een goede strategie hebben om de middelen die het verkrijgt uit de niet duurzame extractieve sectoren te gaan besteden in de duurzame sectoren. De echte olielanden in het Midden-Oosten zijn dat aan het doen en met enig succes. 

Suriname heeft geen strategie wat ze zal doen met de meerinkomsten uit de olie en gas. We lezen dat in Guyana oliedollars worden verdeeld onder de burgers en huishoudens. We weten niet of dat een duurzame besteding is van staatsinkomsten en of dat op de korte termijn effecten zal hebben in de economie. Wat we wel begrijpen is. dat de ontvanger er niet om zal treuren dat die ergens zich kan registreren voor een USD 100 of USD 1000. De verdeelactiviteit is zeer zeker geschikt als een populistische maatregel om het volk blij te maken. Het is typisch het verdelen van vis in plaats van een hengel. Suriname moet alles wat in zijn vermogen ligt inzetten om ten volle zijn olievoorraden uit te putten. Dat is een zaak die zonder veel bombarie dient te geschieden. 

Op klimaatconferenties moet de regering met haar plannen komen voor klimaatadaptatie en -mitgatie. Daar moet de regering gaan vertellen hoe ze de emissies in haar land zal verminderen, hoe de carbon-negatieve status zal worden behouden. Suriname zal de samenleving en hele sectoren gefaseerd moeten omvormen zodat we een groene economie worden. Er zijn landen die bijvoorbeeld voor hun energiesector al gefaseerd hebben aangegeven hoe die groen zal worden. Bedrijven zullen groener gaan worden. Dat betekent in de eerste plaats dat ze groene grondstoffen en diensten gebruiken voor hun productie. Ten tweede moeten ze producten (en diensten) leveren / fabriceren die op zich niet vervuilen door bijvoorbeeld uitstoot van gassen. Ten derde moeten de producten die men maakt, zodanig worden afgezet dat ze niet in handen komen van vervuilers. 

Suriname heeft in de Front-periode 10 jaar lang een ministerie van Milieu gehad. Door ontbrekend leiderschap en kader kon geen sterk milieubeleid worden gemaakt. Men was niet eens in staat een Milieuraamwet af te kondigen. Nu hebben we weer een zwak ministerie van Milieu, weliswaar nu onder zwaar toezicht van de klimaatakkoorden. Suriname moet een plan ontwikkelen om gefaseerd de economie te diversifiëren. De duurzame sectoren als landbouw en toerisme moeten worden ontwikkeld. Dat betekent dat er een intensieve dialoog moet plaatsvinden tussen de verschillende sectoren en de ministeries die gaan over het beleid in die sectoren. 

Tegelijk moeten behoorlijk op schaal draaiende sectoren hun milieuvernietigende praktijken gaan omgooien tot milieuvriendelijk. Of moeten de mensen die in deze sectoren hun brood verdienen, omgevormd worden naar andere sectoren die duurzaam zijn. We denken bijvoorbeeld aan de kleinschalige goudmijnbouw. We kunnen leren van de voorbeelden van landen zoals Colombia. Toen de cocaïnehandel werd aangepakt kwam de relatief winstgevende broodwinning van de cocaboeren in gedrang. Overstappen naar andere gewassen zou een overgangsperiode vergen en de inkomsten zouden niet zo winstgevend zijn.

De alternatieve sectoren waren niet zo aantrekkelijk door de onderdrukkende marktfactoren die gedicteerd worden door de grote multinationals in de westerse wereld die de eindproducten vervaardigen. Eigenlijk werd aan de cocaboeren gevraagd om een relatief welvarend leven te verruilen met een armoedig bestaan. 

Het alternatieve plan moet ook komen in Suriname, maar het vereist een enorme operatie die Suriname niet zal kunnen draaien. Het overheidsapparaat speelt daarbij een rol en die is in de top waar het schaarse hoger kader zit onderbetaaldm gedemotiveerd, miskend, gepolitiseerd en heel vaak ook niet ter zake deskundig, overtuigd en vastberaden. Dat is ook een uitdaging waarop we op de grote klimaatconferenties moeten praten. 

Ten slotte willen we Suriname als small island developing state (alhoewel we geen eiland zijn) oproepen om het Bridgetown Inititatief van Mia Mottley van Barbados over de klimaatfinanciering te ondersteunen. 

Wij vinden dat de koloniale mogendheden die ons hebben uitgebuit nu reparaties moeten betalen in de vorm van het financieren van de maatregelen ter bescherming van onze landen tegen zeespiegelstijging.      

error: Kopiëren mag niet!