Veel ambtenaren in Suriname uiten hun onvrede over de recente 15% loonsverhoging die de overheid aankondigde om de koopkracht te versterken. In de praktijk blijkt dat deze verhoging nauwelijks voldoende is om de stijgende kosten van levensonderhoud te compenseren, aangezien de wisselkoers van de Amerikaanse dollar en de Euro recent fors is gestegen. Hierdoor blijft het effect van de loonsverhoging beperkt, en dreigt de koopkracht verder onder druk te komen staan.
De recente wisselkoersontwikkeling heeft geleid tot hogere prijzen voor zowel importgoederen als dagelijkse basisproducten, wat een negatieve impact heeft op het besteedbaar inkomen van de burgers. Waar de 15% verhoging bedoeld was om meer financiële ruimte te creëren, voelt een groot deel van de bevolking weinig tot geen verbetering in hun koopkracht.
“De verhoging lijkt niets uit te maken”, aldus een boze ambtenaar. “Producten blijven duurder worden, en de kosten voor basisbehoeften als voedsel, huur en vervoer nemen alleen maar toe.”
Naast de koersontwikkeling speelt ook inflatie een belangrijke rol in de ontevredenheid. Door de voortdurende prijsstijgingen voor levensmiddelen, brandstof en medische kosten hebben veel burgers het gevoel dat hun inkomen aan waarde verliest.
De loonsverhoging komt volgens velen dan ook te laat en zou, gezien de huidige economische omstandigheden, ontoereikend zijn. Een ambtenaar gaf aan dat de situatie vraagt om extra maatregelen van de overheid om de kostenstijgingen in te dammen en burgers effectief te ondersteunen.
Andere ambtenaren die in gesprek gingen met de redactie van Dagblad Suriname blijven hopen op concrete actie en verlichting van de druk op hun koopkracht, in een tijd waarin de kosten van het dagelijks leven alleen maar lijken toe te nemen.