Onderwijs-minister Henry Ori windt er geen doekjes om. Het functioneren van de schoonmaak en bewaking op de scholen is slecht en moet structureel beter. Deze twee vitale diensten op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) geven ontzettend veel problemen bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Zeker de helft van het schoonmaakstersbestand op het ministerie valt onder de categorie zwak en misselijk, zegt de minister.
Op een persconferentie vorige week trok Ori zich weinig aan van de kritieken van het personeelsbond bij het ministerie van OWC op zijn eerder gedane opmerking in het parlement over het heel slecht functioneren van de afdelingen schoonmaak en bewaking.
Er zijn te veel klachten over de kwaliteit van de schoonmaak en de bewaking van de scholen in het land. Er zijn schoonmaaksters die hun werk naar behoren doen, maar over het algemeen wordt het werk waar het ministerie maandelijks voor betaald niet goed gedaan.
Velen melden zich ziek en verschijnen niet op de werkplek, anderen zijn niet meer goed ter been en zijn eigenlijk niet geschikt voor het werk, en een andere groep vertoont gewoon misselijk gedrag. Zij verschijnen laat op het werk, zijn afwezig zonder toestemming, negeren werkinstructies en verrichten het werk niet naar behoren. De groep die eigenlijk niet geschikt is voor het schoonmaakwerk wordt “in de lucht gehouden” vanwege politieke benoemingen. Dat is niet iets van nu. Dezelfde situatie doet zich voor bij de bewaking.
Minister Orie= zegt dat hij beleid gaat maken opdat het problematisch functioneren van de afdelingen schoonmaak en bewaking structureel wordt opgelost. Er zal op een creatieve manier worden omgegaan bij de werving van nieuw schoonmaak- en bewakingspersoneel. “Men mag zich bedreigd voelen en zielig doen, maar ik zeg de dingen zoals ze zijn”, aldus de Onderwijs-minister.