Autorijden lijkt misschien een eenvoudige zaak van in- en uitstappen, maar de realiteit is vaak een stuk minder rooskleurig. Dit is iets wat Angela, een gepensioneerde huisvrouw, maar al te goed begrijpt. Voor velen ligt de nadruk bij het kopen van een auto op de eenmalige aanschafkosten. Maar zoals Angela heeft ontdekt, is dat slechts het topje van de ijsberg.
Neem de banden, bijvoorbeeld. De eerste keer dat Angela de banden van haar tweedehands auto moest vervangen, schrok ze. Frisse tweedehands banden kosten al gauw SRD 1.000 per stuk, wat neerkomt op SRD 4.000 voor een heel setje. En hoe lang gaan die mee? Niet zo lang als je zou hopen, vooral niet met de hobbeligheid van de wegen hier en de onderliggende latexprijsstijgingen.
Het gaat verder. Vroeg of laat begeeft de gearbox het, een probleem dat al snel SRD 10.000 kost om te repareren. En hoe raakt zo’n ding eigenlijk kapot? Misschien onzichtbare slijtage door de jaren heen, misschien een tekort aan goede onderhoudsschema’s—wie zal het zeggen?
Een nieuwe motor? Daar kun je al gauw SRD 30.000 voor neertellen. En alles, van de kleinste schroef tot de grootste remschijf, is geïmporteerd. Dat betekent dat ze direct afhankelijk zijn van de grillen van de wisselkoersen. Wanneer de dollarkoers omhoog schiet, stijgen ook je onderhoudskosten. “Maar ik moet blijven rijden,” zegt Angela. “Ik moet naar de dokter, boodschappen doen, en met het openbaar vervoer kan ik nauwelijks mijn afspraken halen.”
Angela’s verhaal is een ware weerspiegeling van de verborgen kosten van autorijden. Het laat zien dat een auto niet slechts een gemaks instrument is, maar een voortdurende financiële verplichting die veel verder reikt dan de prijs op het koopcontract.