Recent heeft Chan Santokhi, voorzitter van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), aangegeven dat de partij wellicht enkele “veren” zal laten tijdens de volgende verkiezingen. Politicoloog Ricardo interpreteert deze opmerking als een mogelijke zetelverliezing van de VHP, die momenteel 20 zetels heeft. Santokhi heeft geen specificaties gegeven over het exacte aantal zetels dat zij verwachten te verliezen.
De huidige context van de VHP wordt mede beïnvloed door het IMF-programma dat Suriname volgt, iets wat niet zonder controverse is gebleven. Historisch gezien laat de Surinaamse politiek zien dat uitvoeren van een aanpassingsprogramma niet automatisch verlies betekent; president Venetiaan voerde in 1992 een structureel programma uit met VHP’s vroegere leiding. Ondanks het inleveren van economische voordelen door de bevolking, werden de daaropvolgende verkiezingen gewonnen, hoewel ABOP en Pertjajah Luhur toen naar de NDP overstapten, wat leidde tot politieke instabiliteit.
Dat Santokhi nu enige mate van pessimisme toont over zetelbehoud, herinnert ons eraan dat het essentieel is om te onderzoeken waar de werkelijke tekortkomingen liggen. Venetiaan bewees dat verkiezingswinst mogelijk is als men effectief leiderschap toont en het vertrouwen van de bevolking behoudt.
De VHP moet overwegen of interne beleid- en partijbeslissingen bijdragen aan huidige uitdagingen.
Verlies tijdens verkiezingen, ondanks IMF-programma’s, kan liggen aan publieke ontevredenheid over bezuinigingen, economische ongelijkheid, stijgende werkloosheid, en verlies van vertrouwen in de regering om effectieve verbeteringen te realiseren.
Het is geen ongebruikelijk scenario dat landen programma’s van het Internationaal Monetair Fonds uitvoeren en alsnog verkiezingen winnen. Voorbeelden hiervan zijn Griekenland onder premier Alexis Tsipras, Ierland na de financiële crisis, en Portugal onder António Costa. Ondanks strenge IMF-maatregelen, wisten deze landen verkiezingssucces te behalen door hervormingen.
Met de verkiezingen binnen enkele maanden, is er nog tijd voor de VHP om het tij te keren. Dit vraagt openheid voor nieuwe ideeën, eliminatie van verborgen agenda’s, en een focus op meer dialoog met de achterban in plaats van monologen die uiteindelijk irrelevant zijn voor de dagelijkse zorgen van de burgers.