Het begrip normen en waarden is tegenwoordig een veel gebezigde term. Het lijkt als fundament te dienen van onze samenleving, maar feit is dat een ieder er andere normen en waarden op na houdt. Want naast de maatschappelijk geaccepteerde waarden, heeft het namelijk ook te maken met wat je persoonlijk belangrijk vindt. En dat kan weleens botsen, daarom staan burgers soms moreel lijnrecht tegenover elkaar. De groep die denkt het fatsoen hoog in het vaandel te hebben, verwijt de andere groep gebrek aan normen en waarden. Een goed voorbeeld hiervan was president Venetiaan. Hij weigerde Bouterse de presidentiële sjerp om te hangen omdat hij uit principe een veroordeelde crimineel niet als president van zijn land kon accepteren. Zijn normen en waarden waren hoogstaand.
Mevrouw Simons echter had geen bezwaar om een crimineel tot president te kronen. Ook dichterbij huis is deze houding waar te nemen. Van een man die vreemdgaat, accepteert een deel van de familie en vrienden, zijn buitenechtelijke relatie en een ander deel verwerpt het uit principe als onacceptabel.
De term normen en waarden bestaat uit twee woorden. Beide woorden hebben een hele andere, doch wel met elkaar samenhangende, betekenis. Gaandeweg hebben we ze samengevoegd, als zijnde één term. Ze geven ons richting en beïnvloeden ons gedrag en zijn daarom van groot belang in de maatschappij. Wat wij als normaal zien (de norm), komt voort uit een overtuiging die wij hebben (de waarde).
Normen zijn dus eigenlijk afgeleid uit waarden. Eerst is er de waarde, dan volgt de norm, dus de waarde wordt tot uiting gebracht middels de norm. Waarden en normen zouden dus eigenlijk een betere benaming zijn.
Normen en waarden zijn de omgangsvormen en principes waarmee men publiekelijk en in sociaal verband handelt. We zijn bewust of onbewust steeds aan het kijken of ons gedrag, of het gedrag van de mensen om ons heen, voldoet aan de heersende normen en waarden. Normen zijn dus concrete richtlijnen voor het handelen; ze regelen het dagelijks sociale verkeer. Het zijn algemeen aanvaarde gedragsregels. Normen vormen de verbinding tussen de algemene waarden (zoals vrijheid, rechtvaardigheid) en concrete gedragingen; het zijn opvattingen over hoe men zich wel of niet zou moeten gedragen in concrete omstandigheden. Sommige normen komen in bijna alle samenlevingen voor, zoals “je doodt niet” en “je steelt niet.”
Normen kunnen positief zijn (geboden) of negatief (verboden). Ze kunnen daarnaast een verschillende reikwijdte hebben, dus kunnen ze gelden voor iedereen in een bepaalde maatschappij of slechts in bepaalde sociale groepen gangbaar zijn. Normen zijn ook sterk afhankelijk van iemands religieuze, culturele, sociale en maatschappelijke achtergrond. Iedere cultuur heeft haar eigen normen en waarden. Wat binnen de ene context als volstrekt verwerpelijk wordt beschouwd, kan in een andere context betekenisloos zijn of zelfs positief gewaardeerd worden.
Vanaf het moment dat je wordt geboren verzamel je waarden. Sommigen daarvan blijven je een leven lang bij en anderen veranderen in de loop van je leven. We kennen drie soorten waarden:
Geërfde waarden. Dit zijn de waarden die voortkomen uit je opvoeding, opleiding, cultuur en omgeving. In de loop van je leven verschuiven de waarden die je overneemt van anderen. In het volwassen leven bepalen waarden een groot deel van je programma’s. Een programma is dat wat je onbewust stuurt in bepaalde omstandigheden. Je hebt bijvoorbeeld geleerd dat studie belangrijk is, omdat je ouders een opleiding hebben genoten. Dus is het belangrijk voor je dat je kinderen ook studeren en een diploma halen. Omgekeerd zijn er mensen die hun kinderen niet stimuleren om een opleiding te volgen omdat ze dat niet van huis uit hebben meegekregen.
Compenserende waarden. Dit zijn waarden die aan het uiterste van een ervaring staan en worden gebruikt om een gemis te compenseren. Bijvoorbeeld je geeft extra veel vrijheid in de opvoeding van je kinderen omdat je zelf erg streng bent opgevoed.
Je eigen oordeel. Dit gaat over de manier waarop jouw eigen ervaringen impact hebben op je waarden en vice versa. Bijvoorbeeld je hecht waarde aan trouw en daarom word je boos als een ander hieraan niet voldoet.
Waarden zijn idealen en motieven die in een samenleving of groep als nastrevenswaardig worden beschouwd. Waarden zijn opvattingen over wat wenselijk is. Er bestaan twee soorten waarden: Intrinsieke waarden zijn altijd doelen op zichzelf en instrumentele waarden worden gebruikt als middel om bepaalde doelen te halen. Veel mensen werken bijvoorbeeld om geld te verdienen. Het werken heeft dan niet per se intrinsieke waarde, maar wordt gebruikt om een hoger doel te bereiken, namelijk geld verdienen.
Ethische waarden blijven hun betekenis en geldigheid behouden, ook als ze feitelijk niet gedragen worden door mensen en groepen. Voorbeelden van ethische waarden zijn gerechtigheid, liefde, vrijheid en gelijkheid. Het zijn de motieven en idealen waarop de concrete normen zijn gebaseerd.
Conclusie, normen zijn ongeschreven regels over hoe jij je hoort te gedragen. Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep. Verschillen zullen er altijd zijn. Laat daarom iedereen in zijn waarde.
The beauty of the world lies in the diversity of its people. Never judge someone by the way he acts or a book by the way it’s covered, for inside those tattered pages, there’s a lot to be discovered (Stephen Cosgroce)
Josta Vaseur