Inleiding:
Een groot aantal Surinaamse Nederlanders dat voor de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland kwam, heeft een eenmalig bedrag van € 5.000,– ( het gebaar) in de maand juli 2024 gekregen.
De Nederlandse regering heeft voorwaarden vastgelegd waar iemand aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor het gebaar.
Een aantal personen zijn buiten de boot gevallen en hebben het gebaar niet gekregen. Voor die mensen heb ik een brief naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mijn brief met de drie verzoeken m.b.t. de wijziging van de voorwaarden van het gebaar van erkenning voor het leed en onrecht van de Surinaamse Nederlanders afgewezen.
Tweede Kamer der Staten-Generaal:
De drie verzoeken heb ik op 24 september 2024 mondeling in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voorgelegd aan twee kamerleden . Op 25 september 2024 heb ik een brief naar een kamerlid gestuurd en hem gevraagd mijn brief door te sturen naar de Vaste Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Op 9 oktober jl. heb ik een uitgebreide brief naar de vaste commisse SZW gestuurd. Mijn drie verzoeken vindt u hieronder.
Mijn drie verzoeken :
Verzoek 1: “Een gebaar voor de Surinaamse ouderen van 81 jaar en ouder”
Het Nederlandse kabinet heeft een aantal Surinaamse ouderen, dat voor de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland kwam, een eenmalig bedrag van € 5000,– netto gegeven. Het Nederlandse kabinet heeft aangegeven, dat zij daarmee een gebaar van erkenning heeft gemaakt voor het leed en onrecht dat deze groep tot op heden ervaart. Citaat uit de vastlegging van de Nederlandse overheid: “Deze Surinaamse Nederlanders woonden in Suriname voor de onafhankelijkheid. De groep verwachtte dat hun jaren in Suriname meetelden voor de AOW-opbouw, omdat Suriname toen nog deel uitmaakte van het Koninkrijk der Nederlanden. Dat is niet het geval, waardoor zij een lagere AOW krijgen.”
Mijn argument:
Van 1 januari 1957 tot 25 november 1975 bestond de groep Surinaamse Nederlanders niet alleen uit de groep, die in Nederland voor 25 november 1975 is komen wonen, maar ook uit de andere groep Surinaamse Nederlanders , die in Suriname is gebleven. Deze groep personen ervaart tot op heden ook het leed en onrecht. De personen uit deze groep zijn nu 81 jaar en ouder.
Geeft u deze groep personen ook een bedrag van minimaal de helft van het gebaar van € 5.000,–.
Verzoek 2: wooneis: aantal jaren naar rato
Geeft u een deel van het gebaar van € 5000,– aan de mensen, die niet de volledige 20 jaren hebben vol gemaakt in Nederland.
Verzoek 3: Leeftijdeis: Het gebaar ook voor personen van destijds 17 jaar
Geeft u ook het volledige gebaar van € 5.000,– aan deze personen, die 17 jaar oud waren op het moment dat zij in Nederland kwamen wonen.
Mijn voorstel aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal d.d. 9 oktober 2024 :
“Het Nederlandse kabinet heeft aangegeven, dat zij daarmee een gebaar van erkenning heeft gemaakt voor het leed en onrecht dat deze groep tot op heden ervaart”
Met deze zin erkent het Nederlandse kabinet het leed en onrecht van alle Surinaamse Nederlanders, dus ook de groep Surinamers, die voor de onafhankelijkheid van Suriname, ook Surinaamse Nederlanders waren. Deze personen momenteel in de leeftijd van 81 jaar en ouder, waren ervan overtuigd,dat zij AOW van Nederland zouden krijgen. Deze groep ouderen in Suriname ervaart het leed en onrecht ook tot op heden. Zij geven aan, dat het Nederlandse kabinet hen uitsluit, terwijl zij ook Surinaamse Nederlanders waren tot 25 november 1975. De uitsluiting geldt ook voor de groepen verwoord in verzoek 2 en verzoek 3.
Verzoek en Financiering:
Ik verzoek de Tweede Kamer de drie verzoeken goed te keuren. Het geld mag geen rol spelen, daar er genoeg geld zit in de twee reeds goed gekeurde budgetten t.w. 122,1 miljoen (het gebaar) en 200 miljoen (het koloniaal en slavernij verleden).
Beste mensen, het antwoord van de Tweede Kamer der Staten-Generaal krijgt u, nadat ik het antwoord van de Tweede Kamer heb gekregen.
Met vriendelijke groet,
Denis Lapar
Directeur van Stichting FinanceSuriname