NDP-fractie noemt forse verhoging geldelijke voorzieningen DNA-leden onethisch jegens volk

De fractie van de Nationale Democratische Partij (NDP) in het parlement is gekant tegen de forse verhogingen van de geldelijke voorzieningen voor leden en gewezen leden van de Nationale Assemblee. Tijdens de voortzetting van de debatten in het parlement maandag over het bij wet regelen van de geldelijke voorzieningen van leden van de drie staatsmachten, voeren verschillende leden van de oppositionele NDP fractie aan, dat de voorgestelde forse salarisverhogingen van vergoedingen van  Assembleeleden een klap in het gezicht van de bevolking. 

Terwijl de bevolking gebukt gaat onder de zware financieel-economische situatie van het land, durven de initiatiefnemers van de ontwerpwetten om forse salarisverhogingen voor te stellen. 

De NDP-fractieleden Stephen Tsang, Ann Sadi, Jennifer Vreedzaam en Remie Tarnadi hebben allen gewezen op het feit dat de gewone ambtenaar en burger door het gevoerde beleid van de regering het bijzonder moeilijk hebben om dagelijks de eindjes aan elkaar te knopen. NDP-fractieleider Rabin Parmessar zegt, dat met de voorgestelde verhogingen van de geldelijke voorzieningen voor leden van het parlement een verkeerd signaal wordt afgegeven aan de bevolking.

Synchroniseren bezoldigingen

De Wet Rechtspositie Rechterlijke Macht, Wet Geldelijke Voorzieningen President en Vicepresident van de Republiek Suriname, Wet Geldelijke Voorzieningen Ministers en Onderministers en de Wet Geldelijke Voorzieningen leden en gewezen leden van De Nationale Assemblee, zijn in behandeling in het parlement. 

Volgens de Grondwet moeten de geldelijke voorzieningen van de drie staatsmachten bij wet geregeld worden. 

Tot nu toe worden de voorzieningen voor de rechterlijke macht sinds de onafhankelijkheid, via staatsbesluiten aangepast. De initiatiefwetten zijn ingediend door Asis Gajadien (fractieleider VHP) en Genevievre Jordan (ABOP/PL).

De salarissen van leden van de rechterlijke macht, de zittende en de staande magistratuur worden in de voorgestelde wetten gerelateerd aan die van de president van het land.

De president van het Hof van Justitie (zittende magistratuur) en het hoofd van het Openbaar Ministerie, de procureur-generaal  (staande magistratuur), krijgen een bezoldiging gelijk aan 95 procent van die van de president van Suriname. De bezoldiging reeksen van de overige, leden en plaatsvervangende leden van het Hof van Justitie en die van het Openbaar Ministerie worden ook daarvan afgeleid.

Voor wat betreft het parlement is de schadeloosstelling van de voorzitter ook gelijk aan 95 procent van de bezoldiging van de president. De schadeloosstelling van de ondervoorzitter is gelijk aan 75 procent van die van de Assembleevoorzitter. Leden van het parlement ontvangen een schadeloosstelling gelijk aan 60 procent van die van de voorzitter van het parlement.

De bezoldiging van de president van het land wordt volgens wetsontwerp vastgesteld op SRD 170.000 per maand. De bezoldiging van de vicepresident bedraagt 75 procent daarvan. 

Met de voorgestelde wetten worden de bezoldigingen van de president en vicepresident ontkoppeld van die van een departementsdirecteur van een ministerie.

error: Kopiëren mag niet!