Het Visserscollectief in Suriname is ontevreden. Het gaat om vergunninghouders en vissersorganisaties uit Commewijne, Saramacca en ook de inheemse plaats Galibi. Het collectief klaagt over grote verliezen die ze lijden. De reden van die verliezeb is tweeledig. Er zijn opkoopbedrijven die waarschijnlijk gelinkt zijn aan de verwerking van vis en ook de kleinhandel en distributie van vis. Deze tussenpersonen tussen de fabriek en de klant zouden een lagere prijs hanteren. Het is een probleem vergelijkbaar met dat van de padieboeren in Suriname.
Er zitten ook hier enkele schakels in de waardeketen. De visser is laag gelegen in de keten. De vissers zijn verenigd in visserijorganisaties, maar het zijn kennelijk alleen organisaties om belangen te behartigen, dus om als spreekbuis te dienen. Het zijn geen productieorganisaties zoals bijvoorbeeld coöperaties. Doordat de vissers niet verenigd zijn in productieorganisaties moeten ze tussenpersonen die vermijdbaar zijn, dulden. De kracht van de inkopers is het kapitaal en het netwerk dichterbij de klant.
In de berichtgeving lezen we dat de oorzaak van de lage prijs te maken heeft met een gestagneerde vraag. Dat betekent dat visverwerkers (fabrieken) geen behoefte hebben aan de grondstof ’vis’. De vraag is waaraan dat ligt. Mag de Surinaamse vis niet meer worden geëxporteerd vanwege milieunormen of sociale standaarden? Of is er geen vraag bij de consument naar Surinaamse vis? Is dat in Suriname of op andere markten. Er zijn Surinaamse visverwerkingsbedrijven (in Suriname geregistreerde nv’s) die in handen zijn van buitenlanders. Die exporteren vis en garnalen naar hun zeggen naar Noord Amerika, EU, Azië en het Caribisch gebied. Het zijn bedrijven die volgens hun door de Europese Commissie zijn goedgekeurd. Dan zijn er weer anderen die naar ‘verschillende delen van de wereld’ exporteren.
Opmerkelijk, maar niet nieuw, is de klacht dat er sprake is van overbevissing. Omdat er minder vis is in de wateren, moeten vissers langer vissen om de hoeveelheid vis te vangen waarmee hun trip op zee winstgevend kan zijn. Vissers geven aan dat ze toch nog niet op winst kunnen komen.
In Suriname is er wetgeving gemaakt om overbevissing van de Surinaamse visstanden te voorkomen. Het heeft te maken met een beperkt aantal vergunningen per jaar. Het systeem gaat ervan uit dat buiten de boten met een vergunning, niemand anders in de wateren vist, maar dat is niet het geval. De Republiek Suriname heeft geen grip op haar territoriale wateren.
Er zouden een heleboel vissers illegaal in onze wateren vissen, afkomstig uit verschillende landen. Zo nu en dan is er ook geweld op zee, met als dieptepunt recent de moorden gepleegd op zee in 2018. Guyanezen en Aziaten spelen een rol in de Surinaamse zeevisserij. Surinamers zijn niet bekend als een zeevolk, men is niet graag op zee. Bij geen enkele bevolkingsgroep in Suriname zijn echte zeelui te vinden. Dat heeft te maken met de historie en de sociale structuur van het land.
Overbevissing is een serieuze bedreiging voor de voedselveiligheid en het milieu. Overbevissing is ongetwijfeld een van de grootste bedreigingen voor onze oceanen. Overbevissing is wanneer er meer vis uit de zee (oceaan, meer of rivier) wordt gehaald dan er door natuurlijke aanwas bij kan komen. Het spreekt vanzelf dat als op lange termijn meer vis (of mosselen, krabben, octopus, enz.) wordt gevangen dan door natuurlijke voortplanting kan worden aangevuld, dit bestand niet kan voortbestaan. Overbevist betekent echter niet “uitgestorven”. Dat een soort is uitgestorven door overbevissing is de laatste honderd jaar niet voorgekomen.
De toestand van oceanen is allesbehalve goed te noemen. De wereldbevolking draagt nog geen goede zorg voor de oceanen. Visbestanden worden al decennialang overbevist en de biodiversiteit wordt nog eens extra bedreigd door klimaatverandering en vervuiling.
Overbevissing is één van de grootste bedreigingen voor het leven in zee en de gezondheid van de oceanen. Jaar na jaar halen we meer vis, schaal- en schelpdieren uit de oceanen dan op natuurlijke wijze kan worden aangevuld. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) wordt 37,7% van de visbestanden in de wereld momenteel overbevist, dus naar verluidt ook in Suriname. We kunnen de wereldbevolking niet blijven voeden als we doorgaan met het roekeloos overbevissen van de oceanen. Integendeel: door overbevissing verliezen we waardevol voedsel voor miljoenen mensen. Duurzaam gevangen vis moet bovenaan de agenda staan. De impact van de intensieve visserij op het leven in zee is nu al groot en de vraag naar meer duurzaamheid neemt toe. Alle eerdere oproepen om te stoppen met vissen (bijvoorbeeld door bekende milieuorganisaties zoals Greenpeace) hebben geen succes gehad en zullen er niet toe leiden dat mensen in de toekomst geen vis meer zullen eten. We hebben andere systemen nodig.
Het Visserscollectief geeft aan dat er geen veiligheid is op zee. Met veel enthousiasme is een van de wonderorganen van Suriname opgericht die de oplossing van alle illegaliteit op zee zou worden: de Kustwacht. Het collectief zegt, dat de Kustwacht afwezig is in de Surinaamse wateren. Men zegt dat men niet kan rekenen op de Kustwacht en de Maritieme Politie. Dat is dan een enorme schande, want dan mogen illegalen en criminelen ongestoord te werk gaan in onze wateren.
En weer geven we hier dus het bewijs dat we een stuk gebied op aarde soeverein hebben willen maken, maar dat we in geen enkel opzicht en nooit hebben kunnen tonen dat we dat territorium goed kunnen besturen en beheren. Het Visserscollectief zal het kennelijk niet hebben van de regering. Autoriteiten worden in Suriname om de ene maand opgericht met 1 doel: om weer met staatsmiddelen een hele rits van directieleden en rvc-leden te benoemen uit de eigen partij- en familiekringen. De vissers gaan met eigen oplossingen moeten komen. In deze is er dus behoefte aan collectief ingehuurde security op zee, wat een gevaarlijke zaak kan zijn. Dat zal de gevangen vis wel duurder maken.