Waarom blijven landen die olie hebben arm?

Het fenomeen van olieproducerende landen die arm blijven, ondanks hun natuurlijke rijkdommen, is een complexe kwestie met meerdere facetten. In landen zoals Suriname zien we een patroon waarbij lokale economieën nauwelijks profiteren van de olie-industrie. Het merendeel van de opbrengsten vloeit naar buitenlandse oliemaatschappijen, terwijl de lokale bevolking slechts een fractie ontvangt.

De rol van buitenlandse maatschappijen

Buitenlandse oliemaatschappijen, die vaak al meer dan een eeuw opereren zoals TotalEnergies, hebben uitgebreide supply chain-netwerken opgezet. Deze netwerken zorgen ervoor dat vrijwel alle benodigdheden, van apparatuur tot arbeidskrachten, uit het buitenland worden gehaald. Lokale bedrijven blijven achter en krijgen slechts kleine opdrachten zoals het verhuren van kamers of taxi’s. Dit staat in schril contrast met wat ze zouden kunnen krijgen als ze daadwerkelijk deel zouden uitmaken van de supply chain.

Wetgeving en beleid

Een essentieel onderdeel van deze problematiek is het gebrek aan strikte wetgeving en beleid die ervoor zorgen dat lokale bedrijven en de bevolking profiteren van de olie-industrie. In landen zoals Oman en diverse Arabische landen hebben strikte wetgeving en beleid de economische participatie van de lokale bevolking vergroot. Hier zorgen wetten ervoor dat 80% van de diensten door lokale bedrijven wordt geleverd, terwijl buitenlandse multinationals slechts 20% mogen invullen.

Surinaamse context

In Suriname daarentegen ontbreekt sterke wetgeving. Staatsoliemaatschappijen en andere belanghebbenden hebben vaak hun eigen agenda’s die niet altijd in het belang van de bevolking zijn. Deze situaties leiden ertoe dat buitenlandse multinationals de overhand krijgen en de lokale economie onvoldoende ontwikkelt.

Historische parallel

Deze uitdaging is niet nieuw en is ook te zien in andere sectoren. Een voorbeeld is Suralco, een bedrijf dat gedurende 70 jaar alles uit het buitenland inkocht en lokale bedrijven slechts kleine opdrachten gaf. Hetzelfde patroon zien we vandaag bij goudmijnbedrijven; lokale bedrijven krijgen slechts kleine opdrachten zoals catering, wat nauwelijks bijdraagt aan economische groei.

In de kern moeten Suriname en soortgelijke landen waken voor uitbuiting door multinationals. Het is van wezenlijk belang dat de staat en de Nationale Assemblee sterke wetgeving doorvoeren om ervoor te zorgen dat de rijkdommen van het land ten goede komen aan de eigen bevolking.

Anders blijft de geschiedenis zich herhalen en blijven deze landen arm, ondanks hun natuurlijke rijkdommen.

error: Kopiëren mag niet!