Bronto Somohardjo, ondervoorzitter van de Pertjajah Luhur (PL), kwam recentelijk met een verbluffende uitspraak: elke Surinamer zou recht hebben op een aandelenpakket en een dividenduitkering van 10.000 US dollars uit de toekomstige olie-inkomsten. Volgens Somohardjo heeft zijn partij een duidelijk plan voor de verdeling van oliedollars, waarvan men vanaf 2028 aanzienlijke inkomsten verwacht.
Maar hoe realistisch is deze uitspraak? Dagblad Suriname vroeg een econoom om hierop te reageren.
Volgens de deskundige is het plan niet alleen onrealistisch, maar ook economisch onhoudbaar. Het idee dat elke Surinamer een aandeel van 10.000 dollar zou ontvangen, zou betekenen dat immense sommen geld direct worden overgeheveld naar de burgers. Stel dat Suriname een bevolking van ongeveer 600.000 heeft; dat zou betekenen dat 6 miljard US dollar onmiddellijk nodig is om deze aandelen te verstrekken. Dit bedrag komt dicht in de buurt van de verwachte totale olie-inkomsten.
Daarnaast, bij een dividenduitkering van 10.000 dollar voor elke persoon die 21 jaar wordt, lopen de kosten nog meer op. Dit zou jaarlijks honderden miljoenen US dollars vergen, afhankelijk van het aantal burgers dat deze leeftijd bereikt.
De econoom waarschuwt ook voor het risico van inflatie. Een grote injectie van contant geld in de economie zonder enige vorm van beperking of beheer zou kunnen leiden tot prijsstijgingen en een waardevermindering van de Surinaamse dollar. Bovendien zou het moeilijk zijn om dit beleid te handhaven indien olie-inkomsten fluctueren of zelfs verminderen in de toekomst.
Kortom, de uitspraak van Somohardjo klinkt aantrekkelijk, maar is bij nadere beschouwing economisch onhoudbaar en zelfs dom te noemen. Realistische en duurzame plannen zijn noodzakelijk om de olie-inkomsten effectief te beheren en te verdelen.