In de zedenmisdrijfzaak, waarbij pandit Soerinderkoemar P. terecht staat, acht zijn advocaat Stefani Amirkhan het voor de waarheidsvinding van belang de echtgenote van de verdachte te horen. De vervolgingsambtenaar, Carmen Rasam, gaf hierop aan dat de echtgenote reeds eerder als getuige was opgeroepen. Daarbij had zij zich beroepen op haar verschoningsrecht om niet meer gehoord te worden. Zij was dan ook van oordeel dat de echtgenote niet meer opgeroepen moest worden. Het onderzoek in deze zaak is volgens de vervolging zo ver gevorderd dat zij haar strafvoorstel zou presenteren. De verdachte is op de afgelopen zitting gehoord.
De raadsvrouw blijft erbij dat in het belang van het onderzoek en meer nog, voor de waarheidsvinding, zij het toch wel belangrijk vindt om de echtgenote te horen. In deze strafzaak is de echtgenote ook als verdachte aangemerkt. Echter is haar detentie gedurende de behandeling opgeschort. Als blijkt dat er een straf wordt opgelegd welke hoger ligt dan de tijd welke in voorarrest is doorgebracht, wordt zij wederom gevangen genomen. De magistraat heeft de strafzaak van het echtpaar separaat behandeld. De behandeling van de zaak waarbij de pandit terecht staat, is uitgesteld naar 13 mei. Op die dag neemt de magistraat een beslissing over het verzoek van de raadsvrouw. Soerinderkoemar blijft in voorarrest.
Saskia Bandhan