De VN is er niet in geslaagd om vanwege haar bestaan de wereldvrede in de wereld te bewaren. De wereldvrede is er, omdat landen uit zichzelf besluiten om andere landen niet aan te vallen. Er zijn landen die uit zichzelf niet ertoe zullen overgaan om andere landen aan te vallen en een daad van agressie te plegen. Dat zijn bijvoorbeeld de landen van de Europese Unie en de landen uit de Caricom.
Maar, de landen van de Europese Unie zijn wel medeplichtig aan geweld in bepaalde landen. Dat komt door de politieke en diplomatieke ondersteuning en de levering van wapens en onderdelen. We hebben de afgelopen jaren openlijke schendingen van mensenrechten en daden van agressie in de wereld gezien. We noemen als voorbeelden de genocidale daden in Myanmar tegen de Rohingya etnische groep. Dit geweld werd gepleegd door het leger in samenwerking met militia’s en met ondersteuning van Aung Sang Su Kyi, een nobelprijswinnares voor de vrede. Dit geweld heeft het grootste vluchtelingenkamp in de wereld opgeleverd in buurlanden als Bangladesh. Deze genocidale daden zijn al door de wereld vergeten.
Dan zijn er de concentratiekampen die in China zouden bestaan waarin de Oeigoeren worden opgesloten. Hier gaat het ook om genocidale daden. Er zijn berichten dat de vrouwen gedwongen worden gesteriliseerd. De VN en de wereldgemeenschap besteden geen aandacht meer aan deze onderdrukking van een volk in China.
Dan is er nog de aanval van Rusland in Oekraïne. Deze oorlog is al jaren gaande zonder dat de VN of grote machtige landen in de wereld ingrijpen. Deze oorlog is gewoon een normaal nieuws van de dag. Vooral de prijs die de mensen betalen bereikt het nieuws niet meer. De menselijke prijs van de oorlog waarbij Israël de bevolking van Gaza aanvalt, haalt wel het wereldnieuws. De belastingbetalers in de westerse landen die de aanval van het Israelisch leger ondersteunen, zijn debet aan het lijden van het Palestijnse volk. Er zijn een hele hoop landen die een onderzoek naar de daden van het Israelisch leger niet ondersteunen. Er zijn een heleboel landen die ook de toelating van de Palestijnse Staat tot de VN niet ondersteunen.
Er is enkele maanden terug bij het Internationaal Strafhof een onderzoek gestart naar genocide in Gaza. Rechters die hun werk doen in het Strafhof zijn bedreigd, zelfs door de USA. Het Internationaal Strafhof (ICC) is in 1998 middels het Statuut van Rome opgericht om de straffeloosheid voor de meest ernstige misdrijven tegen te gaan. Het heeft rechtsmacht over 4 soorten misdrijven: oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid, genocide en sinds 2018 ook het misdrijf van agressie.
Het gebruik van geweld tussen staten, en de dreiging daarmee, is niet toegestaan. Dit is vastgelegd in het VN Handvest. Hier bestaan echter uitzonderingen op, waaronder het recht op zelfverdediging op grond van het Handvest.
De basisregel van het internationaal recht met betrekking tot vrede en veiligheid is het zogenaamde jus ad bellum. Dat betekent dat geweld tussen staten is verboden. Dit is opgenomen in het VN Handvest. Hier bestaan echter ook uitzonderingen op. Er is een uitzondering waarbij een land toestemming heeft voor geweldgebruik van het land waarin het geweld wordt gebruikt. Dat is met autorisatie door de Veiligheidsraad van de VN op basis van hoofdstuk VII van het VN Handvest. Verder is er het recht op individuele of collectieve zelfverdediging, zoals vastgelegd in het VN Handvest. Het recht op zelfverdediging tegen een gewapende aanval is een uitzondering op het verbod op het gebruik van geweld zoals vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties (VN Handvest). Het recht op zelfverdediging is vastgelegd in het VN Handvest en kan individueel of collectief worden uitgeoefend.
De VN Veiligheidsraad heeft de bevoegdheid om de internationale vrede en veiligheid te handhaven. De Veiligheidsraad is totaal overbodig geworden.
Staten zijn verplicht de uitoefening van hun recht op zelfverdediging te melden aan de VN Veiligheidsraad. Staten mogen geweld ter zelfverdediging gebruiken totdat de VN Veiligheidsraad noodzakelijke maatregelen heeft genomen om de internationale vrede en veiligheid te herstellen.
Bij geweld ter zelfverdediging dient te zijn voldaan aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit. De eis van noodzakelijkheid komt er, kort gezegd, op neer, dat de uit te voeren acties noodzakelijk moeten zijn om de gewapende aanval te stoppen. Dit betekent niet dat een staat alleen maar de initiële aanval mag stoppen; ook mag de onmiddellijke dreiging voor een volgende gewapende aanval worden tegengegaan. Wel valt puur punitief gebruik van geweld buiten de grenzen van noodzakelijke, en dus toelaatbare, zelfverdediging.
De eis van proportionaliteit bij het recht op zelfverdediging betekent dat de uit te voeren acties naar aard, omvang en intensiteit in verhouding dienen te staan tot de oorspronkelijke gewapende aanval. Daarbij gaat het om de keuze en de intensiteit van het gebruik van middelen waarmee in een zelfverdedigingsoperatie wordt gereageerd op een gewapende aanval. Daarbij wordt vooral gekeken naar de militaire (zelfverdedigings-)operatie als geheel (macro). Deze afweging is niet beperkt tot een vergelijking tussen het aantal aan beide zijden ontstane schade en gevallen (burger) slachtoffers.
Ongeacht de rechtmatigheid van het gebruik van geweld, is op het moment dat er sprake is van een gewapend conflict het humanitair oorlogsrecht van toepassing voor beide partijen. Het is belangrijk om het humanitair oorlogsrecht (het jus in bello) te onderscheiden van het internationaal recht over de rechtmatigheid van het gebruik van geweld door staten (het zogenaamde jus ad bellum), waartoe het recht op zelfverdediging behoort. Het is dus duidelijk dat in het geval van Gaza er geen sprake is van zelfverdediging en indien dat het geval zou zijn dan zijn alle regels die daarvoor gelden overtreden.
We missen wel in het internationale debat het verwijzen naar de internationale regels over geweld die zijn afgesproken.