Inleiding
Op 27 augustus 2024 heb ik een brief naar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Nederland de heer Eddy van Hijum, verstuurd.
Ik heb drie verzoeken aan hem voorgelegd:
1) Een gebaar voor de Surinaamse ouderen van 81 jaar en ouder, die in Suriname wonen en van 1957 tot 25 november 1975 Nederlanders waren en in die periode voor het Koninkrijk der Nederlanden in Suriname hebben gewerkt/ deze mensen hebben geen woonadres in Nederland gehad;
2) wooneis: aantal jaren naar rato ;
3) Leeftijdeis: Het gebaar ook voor personen van 17 jaar;
Het antwoord van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland
Quote
Geachte heer Lapar,
Dank voor uw vragen over het gebaar van erkenning voor Surinaamse Nederlanders. U vraagt of het mogelijk is om de voorwaarden van het gebaar te versoepelen. Daardoor wordt de doelgroep groter. U vraagt specifiek om het gebaar toe te kennen aan Surinaamse ouderen van 81 jaar en ouder die in Suriname wonen. Ook vraagt u of de wooneis naar rato kan worden toegepast voor mensen die minder dan 20 jaar in Nederland hebben gewoond. Tot slot vraagt u om de leeftijdseis te verlagen.
Het eenmalige bedrag van 5.000 euro van het gebaar is bedoeld voor mensen die vóór de onafhankelijkheid van Suriname de bewuste keuze maakten om naar Nederland te komen. Zij deden dit met oog op het behoud van rechten en plichten. Iemand moet op dat moment minstens 18 jaar zijn geweest en daarna 20 jaar in Nederland hebben gewoond. Alleen voor deze groep is er sprake van een unieke samenloop van omstandigheden.
Ouderen in Suriname
Als iemand aan de vier voorwaarden van het gebaar voldoet, komt die persoon in aanmerking voor het eenmalige bedrag. Het maakt niet uit of iemand in het buitenland woont. Als iemand 20 jaar in Nederland heeft gewoond en op dit moment in Suriname woont, kan die persoon het gebaar aanvragen.
Wooneis
Het is begrijpelijk als mensen teleurgesteld zijn als zij het gebaar niet kunnen krijgen omdat ze net niet aan de wooneis voldoen. Het is helaas niet mogelijk om de wooneis naar rato toe te passen. Het vorige kabinet heeft gekozen voor deze voorwaarde omdat mensen die lang in het buitenland hebben gewoond, ook elders oudedagsvoorziening kunnen opbouwen. Is iemand het daar niet mee eens, kan die persoon een handmatige aanvraag doen bij de SVB. De aanvraag wordt dan waarschijnlijk afgewezen. Met een afwijzing kan de betrokkene in bezwaar en beroep gaan.
Leeftijdseis
De leeftijdseis bestaat omdat het gebaar is bedoeld voor mensen van Surinaamse herkomst die voor 1975 een bewuste keuze hebben gemaakt om naar Nederland te verhuizen. Daarom is gekozen voor de voorwaarde dat iemand 18 jaar of ouder moet zijn geweest. Dit is de leeftijd waarop mensen volwassen zijn en verondersteld wordt dat zij zelf keuzes kunnen maken.
Hopelijk hebben we hiermee uw vragen beantwoord.
Unquote
Hoe nu verder?
Stichting FinanceSuriname heeft zijn best gedaan. Helaas is het niet gelukt om de minister van gedachten te laten veranderen. De verzoeken zijn niet gehonoreerd. Hij blijft vasthouden aan de voorwaarden van het toekennen van het gebaar. De vestigingsdatum in Nederland voor 25 november 1975 blijft een keiharde voorwaarde. Deze datum had eigenlijk 25 november 1980 moeten zijn, zoals aangeven door een mevrouw in Nederland. De Tweede Kamer van Nederland en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben geen rekening gehouden met de Toescheidingsovereenkomst. Vele Surinamers zijn in de periode 1975 -1980 naar Nederland verhuisd en kregen meteen hun Nederlandse nationaliteit terug. Deze mensen hebben dus ook een AOW-gat. Deze mensen krijgen het gebaar van € 5000,– ook niet, aldus het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Bij de wooneis geeft het ministerie aan, dat een betrokkene in bezwaar en beroep mag gaan. Ik adviseer de betrokkenen met de leeftijd van destijds 17 jaar, die niet in aanmerking zijn gekomen, ook in bezwaar en beroep te gaan.
De teleurstelling bij de mensen geboren in het Koninkrijk der Nederlanden is bijzonder groot. De mensen snappen de opstelling van het Nederlandse kabinet niet. Stichting FinanceSuriname zal de afwijzing van de verzoeken onder de aandacht van de Tweede Kamer brengen. Wellicht kan de Tweede Kamer nog met een oplossing komen. Ik zal u op de hoogte houden.
Dennis Lapar
Directeur van Stichting FinanceSuriname