De regering heeft de concept wijzigingen in de Wet Spaar- en Stabiliteitsfonds Suriname (SSFS) recentelijk goedgekeurd en ondertussen doorgezonden naar de Staatsraad voor advies en commentaar. Na goedkeuring en advies van de Staatsraad, zal de regering de conceptwet wijzigingen van de Wet SSFS aanbieden aan de Nationale Assemblee ter behandeling en goedkeuring. Het ligt in de bedoeling dat de wijzigingen in de Wet SSFS voor eind van het jaar door het parlement wordt goedgekeurd.
De wijziging van de wet op SSFS is onderdeel van de schuldherschikking afspraken die de regering in december vorig jaar met de Euro bondholders van de zogeheten Oppenheimer leningen is overeengekomen. De wetswijziging van het SSFS is voor de obligatiehouders van de zogenaamde Oppenheimer leningen een garantie en het instrument voor uitbetaling van de Value Rovery Instrument (VRI) uit toekomstige offshore olieopbrengsten.
De VRI is het mechanisme waarbij de schuldeisers gecompenseerd worden voor de ‘haircut” (schuldverlichting/korting) die ze de Surinaamse Staat heeft gegeven op de toen uitstaande Oppenheimer schulden welke was opgelopen tot USD 912 miljoen. Deze schulden zijn in december vorig jaar na lang onderhandelen herschikt tot een bedrag van USD 660 miljoen. Daarbij werd overeengekomen dat de schuldeisers voor het verlies gecompenseerd zullen worden uit de toekomstige olieinkomsten.
Prijs VRI op obligatiemarkt
Het Bureau voor de Staatsschuld schrijft in zijn rapport over het tweede kwartaal 2024, dat de VRI op de internationale obligatiemarkt in de afgelopen negen maanden een geleidelijke, doch aanhoudende stijging van de prijs laat zien.
De stijgende prijs suggereert een groeiend vertrouwen van investeerders in het VRI, dit komt voornamelijk door de verwachte finale investeringsbeslissing (FID) van TotalEnergies eind 2024.
De VRI is op dit moment geen schuldinstrument. Het wordt pas schuld als de productie van olie uit Blok 58 plaatsvindt en royalty’s opbrengsten hieruit voortvloeien voor de overheid.
Het SSFS is een soort spaarpot waarin de Staat een deel van de meerinkomsten uit de exploitatie van natuurlijke minerale hulpbronnen stort. Het fungeert als een buffer voor financiering van ontwikkelingen van toekomstige generaties.
Bij de instelling van het SSFS in 2017 werd geen rekening gehouden met de ontwikkelingen in de olieindustrie. Gebleken is dat de SSFS in zijn huidige vorm niet voldoet aan de eisen om grote inkomsten uit de olieindustrie te kunnen absorberen en te verwerken. Tot nu toe is er geen geld in gestopt vanwege de economische situatie die sinds toen is ontstaan. De eerste inkomsten voor de Staat uit de olieindustrie zullen volgens de verwachtigen pas in 2028 een feit zijn.
Nadat de Staat Suriname de eerste USD 100 miljoen uit de olieinkomsten heeft ontvangen treedt het VRI voor de Euro bondholders in werking.