President Chan Santokhi heeft onlangs steun toegezegd aan het Diaspora Instituut Nederland (DIN) door een ruimte in het Surinaams Consulaat in Amsterdam beschikbaar te stellen. Tijdens een ontmoeting met DIN-voorzitter John Brewster, overhandigde Santokhi ook een boekwerk over de verrichtingen van de regering. De vraag die echter rijst, is waarom DIN niet zelf fondsen kan werven om hun operationele kosten te dekken. Eerdere beloften over de financiële kracht van de diaspora in Nederland blijken nu slechts gebakken lucht.
Sinds de herstart van DIN in juni 2023 heeft de tweede groep bestuurders, waaronder Uriël Sabajo en Ranjan Akloe, gewerkt aan het opzetten van structuren en het organiseren van activiteiten zoals de Home Coming Summit in Suriname in november 2024. Desondanks blijft DIN kampen met huisvestingsproblemen, wat hen belemmert in hun streven om Suriname te helpen. Dit roept vragen op over hun vermogen om effectief te opereren. Hoe kan een organisatie die zelf aan materiële steun behoeft, anderen steun verlenen?
Het eerste bestuur van DIN gaf hun mandaat terug, omdat de situatie onwerkbaar was, en nu lijkt de tweede groep tegen soortgelijke obstakels aan te lopen. Het gebrek aan zelfredzaamheid en het voortdurend afhankelijk zijn van externe hulp roept vragen op over de slagkracht van DIN en hun daadwerkelijke bijdrage aan Suriname.
Verder brengt het gebruik van consulaire ruimten voor privé-entiteiten zoals DIN ook diplomatieke vraagstukken met zich mee. Volgens het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer dienen consulaten de belangen van de zendstaat te behartigen en consulaire diensten aan te bieden. Hoewel er geen expliciet verbod is op het gebruik van consulaire ruimte voor privé-entiteiten, moeten dergelijke activiteiten zorgvuldig worden overwogen om diplomatieke integriteit en wettelijke verplichtingen te waarborgen.
In conclusie, de steun van president Santokhi aan DIN is een lovenswaardig initiatief, maar het roept de vraag op waarom DIN niet in staat is om zelf fondsen te werven en effectief te opereren. Het succes van DIN hangt af van hun vermogen om onafhankelijk te functioneren en niet voortdurend afhankelijk te zijn van externe hulp.