Gisteren is in Suriname de Dag der Inheemsen herdacht. De nadruk ligt dan meer op de braderieën en het eten. De regering verwees naar wetgeving die in behandeling is in DNA. Er zouden aanpassingen zijn die door de regering nog verwerkt moeten worden. Met de wetgeving moet het zover zijn dat de landrechten bij wet zullen zijn erkend. In de Wet Beginselen Uitgifte Domeingrond, de Glis Wet en de Milieuraamwet is al een begin gemaakt met het erkennen van de rechten van de inheemse en de tribale volken op hun collectieve land en de natuurlijke hulpbronnen die hun land rijk is. Het zijn allemaal wetten waar de landrechten en uitgangspunten als FPIC zijdelings worden erkend. Een integrale wet waarin de rechten van de inheemse en tribale volken zijn geregeld, bestaat er nog niet.
De regering moet haast maken om de wetgeving voor de verkiezingen in orde te maken. Daarmee zal dan een grote stap zijn gezet om eindelijk een begin te maken met het realiseren van de landrechten van de inheemsen en de marrons in Suriname. De samenleving moet ook goed worden geïnformeerd over de landrechten. Ook het concept van collectief landbezit moet aan de gemeenschap worden uitgelegd.
We hebben eerder ook aangegeven dat landrechten nu bezien moeten worden in het licht van klimaatverandering. We hebben gezien dat bij overstromingen delen van het binnenland onder water lopen. Ook delen van de kustvlakte lopen onder water. In de toekomst, als het land Suriname nog voldoende bevolkt is, zullen delen van de gemeenschappen moeten worden geëvacueerd. Het is niet uitgesloten dat het collectief land van de inheemsen en de tribale volken daarvoor gebruikt zal moeten worden.
De discussie over het koloniseren door buitenstaanders zal dan weer aan de orde komen. De regering moet bij het ontwerpen van de wetgeving ervoor moeten waken dat er een vetorecht in de wet wordt opgenomen. Naar ons weten bestaat er geen vetorecht voor de inheemse en tribale volken om bepaalde activiteiten in het algemeen belang te dwarsbomen. Er moet in de wet een goed systeem van dialoog worden ingebouwd. Daarbij is het belangrijk dat zaken als compensaties en schadevergoedingen worden opgenomen. Ook moet daarin zijn opgenomen winstdeling als economische activiteiten worden ontplooid. Over deze zaken moet er goede voorlichting worden gegeven.
Inheemse volken zijn de oorspronkelijke bewoners van een bepaald gebied.
Het gaat niet slechts om een groep personen van een bepaalde etniciteit.
Het zijn volken met een eigen geschiedenis, voorouderlijk grondgebied, traditioneel bestuur, taal, cultuur en tradities. Inheemse volken zijn traditioneel in stamverband levende volken, die hun eigen identiteit als oorspronkelijk volk hebben behouden en een andere cultuur en levenswijze hebben dan die van de rest van de huidige bevolking van het land. Zij worden in veel gevallen gediscrimineerd, leven onder slechtere omstandigheden dan de doorsnee bevolking; inclusief wat betreft onderwijs, gezondheidszorg en andere ontwikkelingsaspecten, en worden over het algemeen uitgesloten van, of nauwelijks betrokken bij het nationaal beleid. Overal ter wereld leven zij over het algemeen in een achtergestelde en kwetsbare positie.
Inheemse volken leven vaak in gebieden die het beste behouden zijn gebleven, mede dankzij hun duurzame en allesomvattende levenswijze met respect voor natuur en bovennatuur. Ze hebben een niet geëvenaarde traditionele kennis over diverse aspecten van de relatie tussen mens en natuur, die over vele generaties is opgebouwd en verrijkt. In Suriname zijn diverse inheemse volken. Van sommige van deze volken zijn er nog maar een paar personen over in Suriname.
De rechten van de inheemse volken met betrekking tot hun grondgebied strekken zich uit en gaan terug zolang de mens zich dit kan herinneren; er is geen beginpunt. Inheemse volken zijn ook tribale volken, namelijk levend in stamverband (tribaal). Maar omgekeerd zijn niet alle tribale volken inheems; ze kunnen in stamverband leven. maar buiten hun oorspronkelijk woongebied zoals de tribale marronvolken in Suriname. Tribale volken, met name marrons, worden gelijkgesteld met de inheemse volken voor wat betreft hun collectieve rechten. De marrons als tribaal volk, leven veelal op dezelfde manier als inheemse volken en zijn dus evenzeer afhankelijk van hun leefmilieu voor hun overleving, voor het behoud van hun levenswijze en cultuur. Zij verkeren evenals de inheemsen in een soortgelijke achtergestelde, kwetsbare, gediscrimineerde en gemarginaliseerde positie. Zij hebben ook een sterke, historische, culturele en spirituele binding met hun voorouderlijke grondgebieden. De rechten van inheemse volken en tribale volken zijn mensenrechten; het gaat om mensen en hun fundamentele ofwel basisrechten.
Tegelijkertijd gaat het ook om collectieve rechten, van de inheemse en tribale volken als collectief. Het gaat om dezelfde mensenrechten die gelden voor zowel individuele mensen als voor de collectiviteit van inheemse volken en tribale volken. De wettelijke erkenning in Suriname is wel degelijk belangrijk, en met name vanwege de rechtsbescherming en afdwingbaarheid van die rechten. Momenteel hebben inheemse volken en tribale volken in Suriname geen collectieve rechten. Dat is bij dergelijke rechtszaken in Suriname zelfs al gebleken.
De inheemse- en tribale volken bestaan juridisch nog niet in de Surinaamse wetgeving (de individuele burgers wel maar het collectief niet), hun collectieve rechten “bestaan niet” in de Surinaamse wetgeving, en hun vertegenwoordigers, namelijk de traditionele gezagsdragers, bestaan juridisch ook niet als zodanig; zij kunnen dus geen rechtszaak beginnen namens hun volk. Dit betekent dat ze momenteel dus nog geen rechtsbescherming in Suriname hebben voor hun internationaal erkende mensenrechten