Minister van Justitie en Politie Kenneth Amoksi heeft besloten de assemblagefabriek van Airbus Helicopters in Marseille, Frankrijk, te bezoeken. Hier wil hij twee helikopters aanschaffen voor de Surinaamse politie, met een prijskaartje van maar liefst $10 miljoen dollar. Hoewel de intentie achter deze aankoop wellicht nobel lijkt, roept het toch veel vragen en kritische meningen op.
Bij het aanschaffen van helikopters is een grondige behoefteanalyse onmisbaar. Dit houdt niet alleen in dat men de missie en capaciteitsvereisten zorgvuldig moet inschatten, maar ook dat er een realistische budgettering plaatsvindt, waarbij zowel aanschaf- als operationele kosten in kaart worden gebracht.
Daarnaast zijn wettelijke goedkeuringen en certificeringen noodzakelijk voor het gebruik van deze toestellen. Infrastructuur zoals onderhoudsvoorzieningen en helipads, evenals de opleiding van piloten en onderhoudspersoneel, zijn eveneens cruciaal.
Er is echter een belangrijke vraag: is de politie wel in staat om deze helikopters effectief te gebruiken en te onderhouden? Het lijkt een enorme klus voor een organisatie die nu al kampt met veel uitdagingen. Het Nationaal Leger heeft de ervaring en middelen voor het opereren en onderhouden van helikopters, en het spreiden van deze beperkte knowhow over meerdere organisaties kan leiden tot inefficiëntie en verspilling van mankracht en middelen.
De politie beweert dat de helikopters zullen worden ingezet voor de bestrijding van criminaliteit in het binnenland. Echter, de geschiedenis leert ons dat dergelijke initiatieven vaak problematisch blijken.
Een vergelijkbare missie onder de regering Bouterse-Ameerali mislukte jammerlijk en kostte de staat duizenden dollars zonder significant resultaat.
Het lijkt dus meer dan gepast om te overwegen of zo’n grote investering echt de beste manier is om de criminaliteit in het binnenland aan te pakken.
Zou het niet slimmer zijn om deze verantwoordelijkheid bij het Nationaal Leger te leggen, waar de infrastructuur en ervaring al aanwezig zijn? De politie kan dan ondersteuning bieden, zonder dat ze zelf een complete luchtvaartunit hoeven op te zetten.