Zeven munitiewagens van het leger ontploften in Cali, Colombia, waarbij meer dan 1.000 mensen omkwamen en duizenden anderen gewond raakten op 7 augustus 1956. De oorzaak van de explosies blijft een mysterie.
De dag ervoor vertrokken 20 vrachtwagens volgeladen met dynamiet uit de Colombiaanse stad Buenaventura. De vrachtwagens stopten in Cali en vervolgens reden 13 van de vrachtwagens richting Bogota. De overige zeven waren op weg naar andere bestemmingen en stonden ’s nachts geparkeerd in het centrum van Cali.
Net na middernacht ontploften die vrachtwagens in een snelle kettingreactie.
De president van Colombia, generaal Gustavo Pinilla, beschuldigde terroristen publiekelijk van de ramp, maar er is nooit bewijs gevonden dat de explosie opzettelijk was.