Een inheemse gemeenschap moest weer in het geweer komen om haar rechten en voortbestaan op te eisen. We zien dat steeds vaker gebeuren. Wij gaan ervan uit dat wanneer een regering een wetsvoorstel aanbiedt in DNA, dat die regering daarin ten minste moet hebben vervat de politieke filosofie en uitgangspunten naar een paar beleidspunten toe. De regering heeft een wetsvoorstel aangeboden aan DNA dat betrekking heeft op de rechten van de inheemse en tribale volken. Dat wetsvoorstel is een belichaming van het beleid van de regering die het voorstel aan DNA heeft gedaan. Dan is het dus deze regering die het voorstel in DNA heeft gedeponeerd.
Wij weten dat onze huidige vp, toen hij nog niet in de positie was in de regering, een voorstander was van de rechten van inheemse en tribale volken en ratificatie van de nodige verdragen. Nu hij zelf in de drivers seat is en zaken kan realiseren, zien we dat hij heel stil is.
Nu gaat het om Cabendadorp. Er zijn houders van grondbeschikkingen over grote stukken land in het woon- en leefgebied van Cabendadorp. De beschikking is uitgegeven door minister D. Vorswijk van de ABOP. Het is opvallend dat een partij die voorstander is van landrechten, uitgerekend op weg is om alle landrechten van de inheemse en tribale volken met voeten te treden. Zo zien we dat bijvoorbeeld vakbondsleiders, vrouwen, jongeren of inheemsen of marronpartijen, de garantie niet zijn dat rechten van die groepen prioriteit zullen zijn. Uit de berichtgeving blijkt dat het dorpshoofd de OSIP en de VIDS deze oneigenlijke en illegale concessies vaker aan de orde hebben gebracht, echter zonder resultaat. Met name zijn er na de gewelddadigheden en protesten te Pikin Saron in mei 2023 gesprekken geweest met een cluster van ministers. Er zou toen zijn beloofd dat alle uitgegeven grondhuurbeschikkingen in inheems gebied zouden worden ingetrokken.
Nu is er dan de vraag of de beschikkingen moeten worden ingetrokken of het gaat om nietige beschikkingen. Nietige beschikkingen zijn beschikkingen die geen rechtskracht hebben. We dachten dat er al een wet is die deze zaken regelt.
Wat wij frappant vinden, en dit zeggen we voor de 2ekeer, is dat de inheemse gemeenschappen geen beroep doen op wetgeving die in DNA is aangenomen, speciaal voor concessies uitgegeven in inheemse en tribale gebieden. Als die goedgekeurde wet niet is afgekondigd dan vragen we ons af waarom de inheemsen niet daarop staan. Op de inhoud van deze wet gaan we straks in.
Wat ons ook frappant overkomt is dat de namen van de ondernemers niet worden prijsgegeven in de media. Men noemt namen van NV’s maar daarmee is nog niets gezegd. De ondernemers die behoren te weten dat er geen concessies aangevraagd moeten worden in de gebieden van de inheemse en tribale volken, maken misbruik van hun connecties met de politiek top van het land en verkrijgen zo illegale concessies. Deze ondernemers worden door de politiek en de media beschermd.
Wat ook opvalt is dat de inheemse en tribale volken deze inbreuken niet voor de Surinaamse rechter brengen. We zien ook dat die ondersteuning naar de groene tafel ook niet komt van de organisaties als OSIP en VIDS. Alle hoop is gericht op de habituele schender van de rechten van de inheemse en tribale volken: de Surinaamse regering.
Wat zeer kwalijk is, is het feit dat de houders van de beschikkingen nu beweren dat een dorpshoofd schriftelijk toestemming heeft verleend voor het afstaan van deze percelen. En dat gebeurt wereldwijd om via corruptie en misbruik de volken hun gronden af te pakken. Dit is het bewijs dat het hier gaat om malafide ondernemers die van sluwe technieken misbruik hebben gemaakt om land te stelen van de inheemse en tribale volken. In Suriname moeten deze toestemmingen nietig zijn als die niet afgestemd zijn met het gehele dorp.
De vraag is ook of het dorpshoofd heeft begrepen wat hij heeft getekend. Nu blijkt dat het dorpshoofd niet kon lezen en schrijven. De toestemming is dus waardeloos en moet bij de rechter worden vernietigd.
Nu blijkt ook dat in gemeenschappen als Cabendadorp na meerdere dorpsvergaderingen toestemming moet worden gegeven. Dat is ook niet gebeurd. Deze procedures die al bestaan, moeten in de wet worden opgenomen. Verder blijkt, dat meerdere dorpen bij de toestemming of de instemming moesten worden betrokken. Wat alles nog bezwaarlijker maakt, is dat er demarcatiekaarten bestaan en dat deze kaarten bekend zijn bij opeenvolgende regeringen. De vraag rijst dan waarom er met deze kaarten geen rekening wordt gehouden.
In de goedgekeurde Wet Bescherming Woon- en Leefgebieden is het verboden om in de woon- en leefgebieden van de inheemse en tribale volken geen nieuwe domeingrond uit te geven onder welke titel dan ook. Ook moeten geen nieuwe mijnbouw- of andere rechten verleend. Het verbod is eveneens van toepassing op de uitvoering van enig project, tenzij het betreft de uitvoering van een goedgekeurd ontwikkelingsplan voor een omschreven project of een ontwikkelingsplan van de lokale gemeenschap. Dit moet dan wel gebeuren na instemming van de betrokken gemeenschap, conform de Free Prior and Informed Consent (FPIC) procedure. Het project of programma moet bij staatsbesluit vastgesteld zijn nadat overleg plaatsvindt met de betrokken gemeenschap overeenkomstig FPIC heeft plaatsgevonden.
De betrokken Districtsraad en DNA worden hierover schriftelijk in kennis worden gesteld. De wet bepaalt ook dat alle rechten die in strijd zijn met het verbod van rechtswege nietig zijn. Er hoeft geen document te bestaan waarin de nietigheid is vastgesteld. Op deze bepalingen wordt geen beroep gedaan.