Economische achteruitgang en huidige situatie
Na decennia van trage economische groei belandde Suriname in 2020 in een diepe economische crisis, deels veroorzaakt door dalende grondstoffenprijzen en slecht economisch beheer, verergerd door de Covid-19-pandemie. Het BBP per hoofd van de bevolking daalde met meer dan 17 procent. Nu, met strenge hervormingen, vertoont de economie tekenen van herstel. Toekomstige inkomsten uit offshore olie- en gaswinning bieden hoop, maar vereisen zorgvuldige voorbereiding voor duurzame welvaart. Zo blijkt uit het deze maand verschenen rapport ‘Suriname Poverty and Equity Assessment’ over Suriname van de Wereldbank en de Inter-American Development Bank (IDB).
Armoede en onderwijs
In 2022 leefde 17,5 procent van de bevolking onder de armoedegrens van $6,85 per dag. Ongeveer 1,1 procent leefde in extreme armoede (onder $2,15 per dag). Tekorten in menselijk kapitaal zijn cruciaal bij armoede en ongelijkheid. Surinaamse onderwijsindicatoren zijn vergelijkbaar met die van armere landen. Laag opleidingsniveau is zowel oorzaak als gevolg van armoede, wat uitdagingen creëert voor sectoren als de olie- en gasindustrie.
Etnische en geografische ongelijkheid
Armoede en ongelijkheid worden verder versterkt door etnische en geografische ongelijkheden, geworteld in koloniale geschiedenis en slavernij. In het binnenland leeft meer dan één op de vier mensen onder de armoedegrens. Tekortkomingen in vaardigheden, zowel fundamenteel als technisch, zorgen voor mismatches op de arbeidsmarkt, met een overschot aan laaggeschoolde en een tekort aan hooggeschoolde werknemers.
Toegang tot diensten
Armoede wordt versterkt door slechte toegang tot gezondheidszorg, bancaire diensten en internet. Gebrek aan financiële inclusie en digitale technologie beperkt de productieve deelname van armen aan de samenleving, wat hun kansen vermindert.
Rol van vrouwen
Suriname benut onvoldoende de sterke onderwijsprestaties van vrouwen. Ongeveer 15 procent van de vrouwen voltooit hoger onderwijs tegenover 6 procent van de mannen. Vroege relaties en jong ouderschap belemmeren echter hun arbeidsmarktdeelname.
Sociale bijstand en toekomstige uitdagingen
Suriname heeft na de economische crisis veel nadruk gelegd op sociale bijstand om armoede te bestrijden. Hoewel enige vooruitgang is geboekt, schieten huidige programma’s tekort in het adequaat ondersteunen van alle demografische groepen. Kinderarmoede blijft hardnekkig hoog, met langetermijneffecten op onderwijs en arbeidsmarkt. Toekomstige olie- en gasinkomsten kunnen bijdragen aan werkgelegenheid en armoedeverlichting, maar directe fiscale ruimte voor armoedebeleid blijft beperkt. Diepgaande beleidshervormingen zijn nodig om onderwijsresultaten te verbeteren en vaardigheden af te stemmen op arbeidsmarkteisen.
In het rapport wordt aanbevolen om gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen te implementeren, een modern sociaal zekerheids raamwerk te ontwikkelen, en de effectiviteit van sociale bijstand programma’s te verbeteren voor een rechtvaardige en duurzame groei in Suriname.
(Foto bijschrift: Van links naar rechts World Bank Resident Representative in Suriname, Diletta Doretti, minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Steven Mac Andrew, minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsingh en Gisele Texeira, Country Economist van de IDB)