Binnen de Surinaamse regering bestaan momenteel verschillende opvattingen over de verdeling van middelen aan de verschillende ministeries. Vicepresident Ronnie Brunswijk beweert dat de ministeries onder leiding van zijn partij, ABOP/PL, niet de benodigde financiering ontvangen van het ministerie van Financiën en dat niemand naar hem luistert. President Chan Santokhi stelt daarentegen dat het onjuist is dat deze ministeries geen middelen krijgen.
Cedric van Samson, VHP-parlementslid, deelt zijn inzicht met Dagblad Suriname. “Laat me dit kort en duidelijk uitleggen. Dit probleem begon niet bij de uitspraken van de vicepresident over de ABOP-ministeries. Toen de NPS nog deel uitmaakte van de coalitie, gaf een prominente NPS-er ook al aan dat NPS-ministeries geen ruimte kregen om te werken. Toen al kreeg ik het gevoel dat er geen sprake was van een eenduidig beleid. Het leek een competitie tussen politieke partijen om hun belangen te behartigen via de ministeries, voor hun eigen mensen, met middelen toegewezen door hun politieke partij”, aldus Van Samson.
Van Samson vindt het verrassend dat de vicepresident stelt dat er geen middelen worden vrijgemaakt voor ABOP-ministeries terwijl alle ministeries de werkarmen van dezelfde regering zijn. “Het beleid wordt in de regering vastgesteld en uitgevoerd door het overheidsapparaat dat verdeeld is in verschillende ministeries. De bemensing is op bijna elk ministerie gegroeid. Hoewel het aantal spookambtenaren is verminderd, zijn er nog steeds veel nieuwe ambtenaren aangenomen. Als er geen geld is, hoe kunnen de personeelskosten, die zijn gestegen, wél worden betaald? Vaak zijn de operationele kosten omgezet naar personeelskosten.”
Van Samson benadrukt dat dergelijke kwesties een eye-opener moeten zijn voor de Surinamers. “Het maakt duidelijk waarom we een ander kiesstelsel nodig hebben. Wanneer belangen per politieke partij worden bepaald, ontstaan misvattingen en streeft iedereen naar ontwikkeling voor zijn eigen gebied, ongeacht de grootte of historische context.”
Hij wijst erop dat een collectief beleid, zoals goedgekeurd in de begroting van kabinet Santokhi, noodzakelijk is. Het huidige gebrek aan eenduidigheid en eenheid binnen de regering maakt het moeilijk om doeltreffend te besturen.
“Het gebruik van termen zoals ‘kabinet Brunswijk-Santokhi’ benadrukt al dat er geen eenduidigheid kan zijn”, concludeert Van Samson.