Slechts twee dagen nadat Michail Gorbatsjov werd herkozen als leider van de Sovjet-Communistische Partij, kondigde Boris Jeltsin, president van de Republiek Rusland, op 12 juli 1990 zijn aftreden aan bij de partij.
Jeltsins actie was een serieuze klap voor Gorbatsjovs pogingen om de worstelende Sovjet-Unie bijeen te houden. Jeltsins dramatische aankondiging van zijn ontslag bij de Communistische Partij was een duidelijke indicatie dat hij een meerpartijenstelsel in de Sovjet-Unie eiste.
Het werd gezien als een klap in het gezicht van Gorbatsjov en zijn beleid. Gedurende het volgende anderhalf jaar nam Gorbatsjovs macht geleidelijk af, terwijl Jeltsins ster rees.
In december 1991 trad Gorbatsjov af als president van de Sovjet-Unie en werd de Sovjet-Unie officieel ontbonden. Jeltsin behield echter zijn machtspositie als president van Rusland.