Eric, een voormalige diplomaat uit Ghana, deelde in een gesprek met Dagblad Suriname zijn visie op het grensconflict tussen Guyana en Venezuela.
Hij benadrukt dat Suriname een neutrale positie had moeten innemen. Suriname onderhoudt immers goede relaties met beide buurlanden. Bovendien is Suriname’s eigen grondgebied gewapend bezet door Guyana, wat het land een uniek inzicht geeft in het nationale gevoel van bezetting.
Eric voelt dat er andere belangen meespeelden bij het besluit van Suriname om geen neutraliteit te bewaren. Hij vermoedt een dubbele agenda, waarin onzichtbare Amerikaanse signalen een rol spelen, gezien de oliebelangen van de VS in Guyana en de afkeer van de VS jegens Venezuela, tegen wie zij een boycot hebben ingesteld. Binnen het kabinet zouden ook persoonlijke belangen een rol spelen, waarbij leden alles doen wat de VS zegt in de hoop op wederdienst.
Eric merkt op dat Suriname tijdens de Oekraïne-conferentie een pro-Amerikaans standpunt innam, ondanks de afwezigheid van andere Caribische landen. Dit illustreert de invloed van de VS op Suriname’s buitenlands beleid. Deze invloed was ook merkbaar bij de poging om een ambassade te openen in Jeruzalem, Israël. Een dergelijke handeling kan nooit zonder medeweten van de VS en de Joodse lobby in de VS zijn gebeurd.
Suriname’s acties in lijn met de VS zullen mogelijk gevolgen hebben voor de zittende regering. Eric gelooft dat het volk zich zal afkeren van deze positie en eerder voor een linkse koers zal kiezen in plaats van een rechtse. De verstrengeling van interne en externe belangen heeft de geest van de Surinaamse democratie verstoord, met potentiële repercussies voor de toekomst van het land.