Na een proces van jaren, deed Kantonrechter Maitrie Kuldip Singh vandaag, donderdag 4 juli, uitspraak in de geruchtmakende zaak, waarin Preshant Dassasingh werd verweten gepoogd te hebben in december 2020 deviezen tot het bedrag van €524.000 uit te voeren. Ook werd hem verweten dat hij het H-formulier van de Deviezencommissie zou hebben vervalst. Ook van dit feit werd hij vrijgesproken.
In een uitgebreide motivering gaf de rechter aan dat op de H-formulieren verschillende stempels worden gebruikt met een paraaf van de douane ambtenaar en dat zulks niet nagetrokken kan worden op het formulier. Fouten en onduidelijkheden in procedures van de overheid mogen de verdachte niet verweten worden.
Inzake de uitvoer van de deviezen, heeft Dassasingh steeds aangegeven die dag een veel lager bedrag bij zich te hebben gehad. Het vermoeden bestond dat een inspecteur van politie in een rugtas het bedrag van €524.000 buiten de scan op de luchthaven zou hebben gebracht naar het damestoilet en dat Dassasingh daar de tas zou hebben gehad van de inspecteur. De inspecteur werd als eerste in deze zaak aangehouden en kwam gedurende het proces te overlijden.
Door de Kantonrechter zijn verschillende getuigen ter terechtzitting gehoord en kwam naar voren dat de Deviezencommissie een gebrekkige administratie heeft en niet kan aangeven welke H-formulieren zijn uitgegeven.
Ook werd in die tijd een Algemene Beschikking uitgegeven en die werd daarna weer aangehouden.
Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat Dassasingh naar de Deviezencommissie is geweest om zich te laten informeren over de geldende procedure, maar dat ook de Deviezencommissie hem geen afdoende antwoord kon geven. De rechter constateerde dat er veel onrechtmatigheden zijn in de werkwijze van de betrokken instituten. Burgers moeten kunnen vertrouwen op de overheid, stelde de rechter en sprak de verdachte vrij.
De verdachte heeft eerder 8 maanden in voorarrest gezeten. Zijn verdediging bestaande uit mr. Benito Pick, mr. Cedric Meijnaar en mr. Chandra Algoe hebben van meet af aan op deze onrechtmatigheden en het gebrek aan bewijs gewezen en meermalen een verzoek tot invrijheidstelling gedaan. Deze werden steeds afgewezen door het Hof van Justitie, terwijl uiteindelijk de Kantonrechter toch tot een vrijspraak is gekomen.