Sinds het aantreden van Chan Santokhi als president zijn meerdere pogingen ondernomen om hem via protesten af te zetten. Deze inspanningen raakten echter gestagneerd door de komst van Covid-19 in mei 2020, waardoor protest activiteiten meer dan een jaar werden opgeschort. Nadat de pandemie enigszins onder controle was, hervatten splintergroeperingen hun inspanningen, echter zonder succes vanwege hun verwoestende agenda’s.
Politicoloog Ricardo benadrukt in gesprek met Dagblad Suriname, dat zelfs de NDP openlijk heeft geprobeerd protesten te mobiliseren, maar ook zij slaagden er niet in om voldoende steun te verkrijgen. Straatprotesten vereisen namelijk veel geduld en financiële middelen. Hoewel men mogelijk bereid is om een dag te protesteren, zijn ze niet bereid hun bronnen van inkomsten meerdere dagen op te offeren, tenzij ze worden betaald.
De acties van 17 februari, bedoeld als climax, eindigden in plunderingen. Geschrokken door de ravage trokken de actievoerders zich snel terug. Oppositiepartijen die tegen Santokhi zijn, stonden aanvankelijk afzijdig wachtend op economisch falen van de regering. Echter, ondanks economische tegenslagen, durfden ze niet achter de protesten aan te gaan, zich realiserend dat eerdere leiders een complete ravage hadden achtergelaten.
Opmerkelijk is dat bij elke actie Ronnie Brunswijk, voorzitter van ABOP, werd gevrijwaard. Dit is een strategische keuze, aangezien hij als een “zwakke” plek in het systeem wordt gezien. Men ziet in hem een potentiële toekomstige coalitiepartner en wil zijn positie daarom niet beschadigen.
De continue mislukking van deze protesten toont aan dat gedwongen veranderingen via destabiliserende acties zelden vruchtbaar zijn. De bevolking lijkt zich meer bewust van de noodzaak van stabiel en verstandig leiderschap, ondanks de huidige economische uitdagingen.