De armoedegrens in Suriname is per 31 december 2023 vastgesteld op SRD 7.396 voor een volwassene, na een advies van de Nationale Loonraad (NLR). Deze aanpassing weerspiegelt de economische veranderingen, maar critici stellen dat het niet ver genoeg gaat om de levensomstandigheden daadwerkelijk te verbeteren.
Volgens Michael, een politiek links geëngageerde econoom, richt het beleid gesteund door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) eerder meer schade aan dan welvaart. Hij verwijst naar recente protesten in Argentinië en Kenia, waar burgers op straat kwamen tegen de strenge maatregelen opgelegd door het IMF.
Michael stelt dat het IMF-beleid arme landen dwingt tot bezuinigingen die essentiële publieke diensten en sociale voorzieningen ondermijnen, wat leidt tot meer ellende. “Geen enkel volk wil verder armer worden”, zegt Michael, en hij betoogt dat deze maatregelen zelden de beloofde economische groei of stabiliteit opleveren.
In Suriname, merkt hij op, zijn de recente aanpassingen van de armoedegrens waarschijnlijk onvoldoende om de scherpe inflatie en de primaire productieproblemen aan te pakken.
Hoewel de huidige regering de erfenis van de vorige overheid deels de schuld kan geven, is volgens Michael het aangepaste pad in samenwerking met het IMF een verkeerde keuze voor herstel.
“De focus zou moeten liggen op zelfvoorzienende economische groei en waardering van de burgers, niet op externe druk en opgelegde structurele aanpassingen”, benadrukt hij. Michael roept op tot een meer humane en duurzame benadering van economische politiek om de echte oorzaken van armoede en wanhoop aan te pakken.