Carlo Jadnanansing
Algemeen
In de praktijk is het vaker voorgekomen dat een directeur van een van overheidswege opgerichte rechtspersoon is ontslagen. Over de afwikkeling hiervan bestaat in de juridische praktijk geen eenduidigheid, met name over de toepasselijkheid van de desbetreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, de Ontslagwet en het vennootschapsrecht. In het onderhavige artikel wordt in het kort geprobeerd hierin enige duidelijkheid te brengen.
Rechtssubject
Om aan het rechtsverkeer deel te kunnen nemen, moet er sprake zijn van een rechtssubject. Dit kan zijn een natuurlijk persoon (mens) of een rechtspersoon. Een rechtspersoon is een organisatie die zelfstandig rechten en verplichtingen kan hebben. Rechtspersonen zijn o.a. stichtingen, naamloze vennootschappen en (coöperatieve) verenigingen. Bedoelde rechtspersonen zijn bij wet geregeld. Deze rechtspersonen worden privaatrechtelijk genoemd, omdat de wetten die deze organisaties als rechtspersonen aanduiden tot het privaatrecht behoren.
Voor de niet-juristen wordt ter verduidelijking vermeld dat het publiekrecht globaal uitgedrukt de betrekkingen regelt tussen overheid en burger, terwijl het privaatrecht de betrekkingen regelt tussen de burgers onderling.
Rechtspersoon sui generis
Er bestaat ook een andere type rechtspersoon, te weten de publiekrechtelijke rechtspersoon. Eén van deze rechtspersonen wordt met de naam rechtspersoon sui generis (sg) aangeduid. Sui generis betekent van eigen aard. Rechtspersonen sg worden bij een speciale wet ingesteld die hun organisatie en functioneren regelt. Voorbeelden van een rechtspersoon sg: Telecommunicatiebedrijf Suriname (Telesur), Surinaams Postbedrijf “Surpost” en Management Instituut Grondregistratie en Land Informatie Systeem (M.I. Glis). Al deze rechtspersonen sg zijn op publiekrechtelijke wijze (bij wet) opgericht, maar functioneren verder op nagenoeg dezelfde wijze als de op privaatrechtelijke wijze opgerichte rechtspersonen.
Aangezien de rechtspersoon sg erop gericht is een algemeen belang te dienen, is het begrijpelijk dat de overheid invloed moet kunnen uitoefenen op het functioneren ervan. Dit komt o.a. tot uiting bij de benoeming en het ontslag van het bestuur. Hierbij komt de rol van de overheidsinstanties of -functionarissen als organen van de rechtspersoon sg, tot uitdrukking. Bij alle rechtspersonen sg wordt het bestuur van overheidswege en wel door de regering, de President of een minister benoemd en ontslagen.
Dit betekent echter niet dat het bestuur enig dienstverband heeft met de Staat. De arbeid wordt immers verricht ten behoeve van de rechtspersoon sg, waardoor ook de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan tussen de bestuurders en de desbetreffende rechtspersoon sg. De rechtspersoon sg wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Het probleem bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst met de rechtspersoon sg is dat er een conflicterend belang kan zijn tussen het bestuur en de rechtspersoon sg. De statuten van laatstgenoemde plegen hiervoor een oplossing te geven, namelijk dat bij een conflicterend belang de rechtspersoon vertegenwoordigd wordt door de Raad van Commissarissen of de Raad van Toezicht.
Het bestuur is in dienst van de desbetreffende rechtspersoon en wordt ook door deze bezoldigd en maakt verder aanspraak op alle rechten van een werknemer en moet ook voldoen aan de verplichtingen die het bedrijf stelt. Het functioneren van de rechtspersoon sg gebeurt verder geheel op privaatrechtelijke wijze, zoals voor alle overige rechtspersonen het geval is.
Ontslag van de bestuurder
Zoals hierboven vermeld wordt de bestuurder van de rechtspersoon sg van overheidswege benoemd. Hetzelfde geldt ook voor het ontslag.
Indien, bijvoorbeeld, de directeur van een rechtspersoon sg, die benoemd is door de President, ook door hem – bij een met reden omkleed besluit, zoals in het algemeen vereist – wordt ontslagen, heeft dit ontslag een publiekrechtelijk aspect. De directeur was nimmer in dienst van de overheid, waardoor er geen werkgever-werknemer relatie tussen hem en de Staat was. Dit impliceert dat de privaatrechtelijke bepalingen over ontslag niet van toepassing zijn, maar dat de overheid wel de beginselen van behoorlijk bestuur in acht moet nemen, althans voor zover deze van toepassing zijn.
De bevoegdheid die aan de desbetreffende overheidsinstantie is toegekend, moet m.i. beschouwd worden als een discretionaire bevoegdheid. Een discretionaire bevoegdheid is een bevoegdheid die aan een bestuursorgaan in meer of mindere mate de vrijheid toekent om in concrete gevallen naar eigen inzicht een besluit te nemen.
De consequentie is wel dat na het ontslag van overheidswege de directeur geen orgaan meer is van de rechtspersoon sg. In concreto: hij mag de rechtspersoon sg niet meer vertegenwoordigen. Aangezien de rechtspersoon sg moet kunnen blijven functioneren, zal zo spoedig mogelijk een nieuwe directeur benoemd moeten worden.
Privaatrechtelijk gezien blijft de arbeidsovereenkomst tussen de gewezen directeur en de rechtspersoon sg nog in stand, maar in die zin dat eerstgenoemde na het ontslag nog slechts werknemer is van de rechtspersoon sg. Indien laatstgenoemde de directeur ook als werknemer wil ontslaan, is de Ontslagwet wel van toepassing, omdat het dan om de beëindiging van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst gaat.
De Ontslagwet geeft de mogelijkheid van ontslag op staande voet om dringende redenen en indien deze niet aanwezig zijn, moet er een ontslagvergunning worden aangevraagd.
Resumerende: Indien de directeur van een rechtspersoon sg ontslagen wordt door het daartoe bevoegde overheidsorgaan, blijft hij daarna nog gewoon in dienst van de rechtspersoon sg en maakt dus aanspraak op het overeengekomen salaris en de overige emolumenten, een en ander totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd.