Tijdens een rechtszitting in 2023 kwam aan het licht dat Ismaël Kalaykhan zich ten onrechte had voorgesteld als directeur van de Belastingdienst Suriname, een functie die hij nooit heeft bekleed. Deze onthulling veroorzaakte aanzienlijke opschudding, vooral omdat Kalaykhan formeel als directeur optrad en in 2023 zelfs samenwerkingscontracten ondertekende met het Openbaar Ministerie om fiscale fraude te bestrijden. De situatie wordt verder gecompliceerd doordat Kalaykhan ook de Nederlandse nationaliteit bezit. Dit heeft geleid tot levendige discussies in juridische kringen over de rechtsgeldigheid van de handelingen en overeenkomsten die hij als vermeende directeur heeft verricht, aangezien hij niet bevoegd was om deze te ondertekenen.
Advocaat Antoon Karg gaf zijn opvatting hierover aan Dagblad Suriname.
Het vertrouwensbeginsel brengt vanuit het bestuursrecht met zich mee, dat burgers een gerechtvaardigd vertrouwen kunnen opbouwen in de bevoegdheid van een functionaris, ook wanneer niet aan alle formele vereisten van benoeming, zoals de beschikking of overeenkomst van de functionaris zelf, is voldaan. Ook feitelijk leidinggeven en het toerekenen van handelingen van de formeel (destijds) onbevoegde vertegenwoordiger, ondervangen veel. Voor zover er op grond van comptabiliteit ernstige bezwaren ontstaan, is dit te ondervangen door de thans bevoegde vertegenwoordiger van de Staat of het bestuursorgaan, een bekrachtiging te doen ondertekenen en doen verzenden.
Zonder een bekrachtiging en zonder een expliciet beroep op het vertrouwensbeginsel, kan de Staat wel in verlegenheid worden gebracht, juist omdat het zorgvuldigheidsbeginsel zwaar kan wegen en een beroep van met name een burger of rechtspersoon daarop, inderdaad tot vernietigbaarheid kan leiden. Het meest pragmatische zou zijn, om in deze, het boetekleed aan te trekken, correctie na te streven en naar de toekomst toe, meer transparantie te betrachten.