Terwijl de oorlog in Palestina voortduurt, groeien de protesten wereldwijd om de onmenselijke oorlog en genocide aangericht door Israel te stoppen. Ook is er een stemming geweest in de VN om Palestina als een staat te erkennen of haar als een lid van de VN toe te laten. Op dit vlak zijn er wel heel nieuwe ontwikkelingen aan de gang. Noorwegen, Ierland en Spanje kondigden eerder aan dat ze de Palestijnse staat gaan erkennen. Noorwegen, Spanje en Ierland hebben officieel de Palestijnse staat erkend. Dat hadden de premiers van de landen ook aangekondigd. De erkenning is op 28 mei officieel geworden. Erkenning is het enige alternatief dat een politieke oplossing biedt voor zowel Israëliërs en Palestijnen in leven houden zei de Noorse premier Store in een toespraak. De Ierse premier Harris spreekt van een historische dag en verwacht dat er snel meerdere landen volgen. De Spaanse premier Sánchez benadrukt dat de erkenning niet betekent dat Spanje tegen Israël of de Joden is. Het is ook niet dat ze Hamas hiermee steunen. Dit is voor de vrede. Netanyahu bombardeert nog steeds ziekenhuizen en scholen en laat kinderen en vrouwen achter in de kou zonder eten. We hebben de plicht om te handelen, net als in Oekraïne, zegt het staatshoofd.
Wat betekent het als een land erkenning uitspreekt en wat zijn de gevolgen? In 1988 riep PLO-leider Yasser Arafat de onafhankelijke staat Palestina uit. Vanuit Algiers, de hoofdstad van Algerije, verklaarde hij de “oprichting van de Staat van Palestina met zijn hoofdstad in Jeruzalem”. Het gebied omvat de Westelijke Jordaanoever en Gaza, wat de Noren, Ieren en Spanjaarden gaan erkennen. Maar over de vraag wat precies de hoofdstad moet zijn, bijvoorbeeld Oost-Jeruzalem, is nog geen standpunt ingenomen door de drie landen. De erkenning wordt vooral gepresenteerd als opmaat voor een tweestatenoplossing.
Deze erkenning betekent: wie erkend wordt, doet mee. Het betekent dat je als volwaardig lid van de internationale gemeenschap wordt gezien. Je soevereiniteit en je grenzen worden erkend. Dat betekent dat je om hulp kan vragen als je wordt aangevallen. Steeds meer West-Europese landen voeren de druk op Israël op. Maar feit blijft dat niet de hele Europese Unie de Palestijnse staat erkent. Daarvoor zijn er te veel verschillen van mening. Toch doet de erkenning van deze drie landen Israël pijn. Juist omdat we weten dat er nog meer gaan volgen. Malta en Slovenië denken erover na.
Overigens erkenden acht EU-landen de Palestijnse staat al: Zweden, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Cyprus. Veel van deze landen maakten tot 1989 deel uit van het Oostblok. Ze erkenden de Palestijnse staat al in 1988, toen ze nog binnen de invloedsfeer van de Sovjet-Unie lagen.
Volgens de Noorse premier Støre kan er “geen vrede zijn in het Midden-Oosten zonder erkenning”. Hij zei dat “het enige alternatief dat een politieke oplossing biedt voor zowel Israëliërs als Palestijnen in leven moet worden gehouden”. De premiers van Noorwegen, Spanje en Ierland benadrukken dat de erkenning niet betekent dat ze Hamas steunen. De Ierse premier Harris sprak van een “historische dag” en verwacht dat er snel meer landen volgen. Op 28 mei erkenen de drie landen de staat Palestina officieel.
Sinds de Oslo-akkoorden van dertig jaar geleden zijn er geen serieuze pogingen meer gedaan om het conflict op te lossen aan de onderhandelingstafel. Daar ziet het ook nu niet maar uit, helemaal omdat de huidige Israëlische regering, de meest rechtse in de geschiedenis van het land, absoluut tegen het vormen van een Palestijnse staat is.
De landen die nu besluiten de Palestijnse staat te erkennen, zien dat als een manier om toch tot een tweestatenoplossing te komen. Het erkennen van een Palestijnse staat ziet Israël als gezichtsverlies. Al decennialang worden de Palestijnse gebieden militair bezet door Israël en is er maar deels zelfbestuur. Noorwegen, Ierland en Spanje zeggen nu eigenlijk: De wereld zit al decennialang te wachten op nieuwe vredesonderhandelingen en die komen maar niet. Sterker nog, die zijn verder weg dan ooit. Dan rest ons niks anders dan de druk op te voeren.
In totaal erkennen straks 146 van de 197 lidstaten van de Verenigde Naties de staat Palestina: daartoe behoort ook Suriname en ook Guyana.
In Israël is fel gereageerd op de erkenning. Het land heeft de ambassadeurs van de drie landen in Israël op het matje geroepen en trekt zijn eigen ambassadeurs uit Noorwegen, Ierland en Spanje terug. Premier Netanyahu sprak van “een beloning voor terrorisme”. De Israëlische minister van Financiën is van plan de financiering voor de Palestijnse Autoriteit stop te zetten als vergelding voor de Noorse, Spaanse en Ierse erkenning van de Palestijnse staat.
De Palestijnse Autoriteit verwelkomt de erkenning. President Abbas roept andere Europese landen op dezelfde stap te zetten, “in lijn met de internationaal erkende tweestatenoplossing”. Dat er meer landen zullen volgen, is goed denkbaar. Toch is deze erkenning vooralsnog puur symbolisch. Zolang de Amerikanen achter Israël blijven staan, verandert er niets. Wat er nu gebeurt, is een symbolische actie. Maar wel een flinke.
De Verenigde Staten lijken nog lang niet van plan de Europese landen te volgen. In april sprak de VS in de VN-Veiligheidsraad zijn veto uit tegen een resolutie voor een Palestijns lidmaatschap van de Verenigde Naties. De VS staat er hetzelfde in als bijvoorbeeld Nederland en Frankrijk. Erkenning van een Palestijnse staat komt pas aan de orde als Israëli’s en Palestijnen daarover vredeonderhandelingen gaan voeren.