De deal met het IMF brengt de regering in een heel ongemakkelijke positie waardoor ze geen ruimte heeft om populistische maatregelen door te voeren aan het einde van haar regeerperiode. In het verkiezingsjaar worden economisch ongezonde maatregelen doorgevoerd, om de kiezers een beetje te verwennen met tegemoetkomingen. Tot die groepen behoren de ambtenaren en iedereen die een uitkering krijgt. Het budgettair regime is zo strak dat de regering geen ruimte heeft om geld te ‘verbrassen’. Dat zal de regering en met name de partij van de president bij de bevolking niet populair maken.
De regering heeft recent bij het IMF aangegeven, dat het moeite heeft om de targets te halen en dat de afspraken haar in problemen zal brengen. Een grote maatregel die nog doorgevoerd moet worden is de afbouw van de subsidie van de EBS. Het IMF heeft een doel van rationalisering daar gezet, in de hoop dat logischerwijs die maatregel zal leiden tot een doorlichting van het bedrijf. Want alleen dan kan electorale averij worden voorkomen. Maar de gezondmaking van de EBS brengt het voortbestaan van de coalitie in gevaar.
De regering neemt dus verlies van stemmen op de koop toe.
Het IMF heeft een visie met betrekking tot de problemen van de regering om de doelstellingen te halen.
De regering is er niet in geslaagd om goed bestuur en het tegengaan van corruptie aan te pakken. En dan is het niet gek dat het moeilijk is om targets te halen. Als we kijken naar het verkiezingsprogramma van de VHP dan lezen we dat de partij een Wet Openbaarheid van Bestuur heeft beloofd aan de kiezers. Daar is niet veel van terechtgekomen, ook niet van de Wet PolitiekeA. Wij gaan onrechtmatig verkregen vermogens (geld, concessies, grond en overige bezittingen) met toepassing van wet- en regelgeving terugvorderen, terughalen dan wel strafrechtelijk aanpakken, zodat we deze middelen kunnen inzetten voor het volk. Dat is een harde belofte in het partijprogramma. Er zijn geen middelen uit corruptie verkregen teruggehaald.
Jongeren vanaf 18 jaar zouden in aanmerking komen voor een bouwkavel, vrije medische behandeling krijgen en in aanmerking komen voor gratis onderwijs. Op dit gebied is er ook niet veel gerealiseerd dan misschien de studieleningen voor bepaalde groepen studenten. Wat ook niet is gekomen is een Sociaal Investeringsfonds voor versterking van basisorganisaties en NGO’s. Dat is ook niet gebeurd met het Noodfonds voor noodgevallen (bijv. brandslachtoffers en verkeersslachtoffers) was eveneens was beloofd.
De partij heeft ook beloofd de goud- en olie-inkomsten te gebruiken voor het waardevast maken van de salarissen, de pensioenen en de AOV. Dat is niet gebeurd.
We lezen ook in het programma belastingvermindering voor loontrekkers en kleine ondernemers, dat is gebeurd, maar dat was meer om de koopkracht weer aan te vullen. Van stabilisatie van de economie, ook een belofte, is niets fundamenteel verwezenlijkt, omdat de basis van de economie niet is verstevigd. We hebben namelijk ook geen investeringen kunnen aantrekken. Dat ondanks dat er een ministerie van internationale business in operatie was. Waarschijnlijk heeft het een en ander gelegen aan de bemensing van het geheel.
Op het gebied van goed bestuur had de partij ook beloofd de ontwikkeling van de contouren van de nieuwe overheid en het instellen van een ombudsbureau met mandaat dat klachten van de burgers snel behandelt. Een ombudsbureau is er overigens niet om klachten te behandelen, maar om vast te stellen of de overheid haar diensten wel of niet goed uitvoert op een bepaald gebied. Overigens is de partij wel van mening dat een betrouwbare overheid staat voor integere en van onbesproken gedrag zijnde politici en ambtenaren. Integriteit is voor de partij een centraal thema.
De partij wilde rehabilitatie van het gezag van de overheid. De samenleving is gebaat bij een overheid die staat voor haar taak en daarmee ook respect afdwingt door o.a. daadkracht, besluitvaardigheid en visie. Dat vraagt om integriteit en betrouwbaarheid bij iedereen die binnen het overheidsapparaat werkzaam is. Bij de overheid dient meer aandacht te komen voor: resultaat- en kostenbewustzijn, responsiviteit, dienstverlening en klantgerichtheid, prestatiebegroting, prestatienormen, marktgerichtheid, zuinigheid en budgetdiscipline, human resource management, informatisering, voortgangscontrole en evaluatie van output en resultaten. Goede uitgangspunten, maar in de praktijk is er niet veel gewerkt op deze punten.
De overheid heeft totaal geen anti-corruptie-maatregelen kunnen treffen en uitvoering kunnen geven aan de Anti-Corruptiewet die tijdens de vorige regeerperiode is aangenomen. Binnen de overheid is ook geen anti corruptie cultuur gestart. Deze cultuur had onderdeel moeten zijn van het PSR programma.
Het PSR programma, dat ook voorkomt in het verkiezingsprogramma, is blijven steken in een registratiecampagne. De overheid is niet geherdefinieerd en is er ook geen nieuwe overheid uit voortgevloeid. Het PSR programma is altijd bedoeld voor een meer productieve en efficiënte overheid en dat is er niet van geworden.