Het Assembleelid Ebu Jones (NDP) plaatst ernstige kanttekeningen bij de bepaling in het wetsontwerp Rechtspositie Rechterlijke Macht, waarin expliciet staat opgenomen dat de benoeming van de procureur-generaal (PG) op voordracht van het Openbaar Ministerie (OM) dient te geschieden, en ook nog voor het leven. Deze bepaling ziet hij als het addertje onder het gras dat de initiatiefnemers van het wetsvoorstel hebben ingebracht. Indien deze voorgestelde bepaling gehandhaafd blijft betekent het bij goedkeuring van het wetsvoorstel, dat de regering ruimte wordt ontnomen bij het bepalen van het vervolgingsbeleid.
In de Grondwet staat opgenomen dat de regering het vervolgingsbeleid bepaalt.
De voorgestelde bepaling in het wetsvoorstel strookt niet met de bedoelde bepaling in de Grondwet.
Jones vraagt zich in gemoede af wat de precieze bedoeling is van de voorgestelde bepaling in het wetsvoorstel. Naar zijn oordeel wordt met de bepaling een gesloten systeem gecreëerd bij de benoeming van de PG als hoofd van het Openbaar Ministerie.
In de Grondwet is bepaald, dat de PG door de regering wordt benoemd op advies van het Hof van Justitie. Er wordt nu met de voorgestelde wettelijke bepaling dus nog een laag ingebracht die erop neerkomt dat het advies van het Hof van Justitie gebaseerd dient te zijn op een voordracht vanuit het OM.
Het gaat hier om een fundamentele wijziging die wordt voorgesteld in de manier waarop de PG wordt benoemd. Jones, samen met de hele NDP-fractie, wil daarom het fijne hiervan weten.
De NDP-fractie is gekant tegen deze wettelijke bepaling in het wetsontwerp. Het is het vreemde eend in de bijt in het wetsontwerp, dat voornamelijk bedoeld is om de geldelijke voorziening van de rechterlijke macht bij wet te regelen.
SS
