Minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) heeft een schokkende verklaring afgegeven. Ze beloofde namelijk haar eigen ontslag in te dienen bij toekomstige fouten, na eerder door het staatshoofd beschuldigd te zijn van beleidsfalen tot op het niveau van manipulatie.
Deze gang van zaken legt niet alleen de vinger op de zere plek betreffende de problematiek in haar ministerie, maar reflecteert ook op het bredere beeld van hoe overheidsverantwoordelijkheden worden beheerd in Suriname.
De onthulling dat Vorswijk, ondanks herhaald falen met aanzienlijke schade voor het land, nog altijd haar post mag bekleden, werpt ernstige vragen op over de integriteit en verantwoordelijkheid binnen de Surinaamse regering. Dit scenario toont aan dat er een kloof bestaat tussen de behandeling van gewone burgers en ambtsdragers; waarbij de eerste groep hard wordt aangepakt voor kleinere misdrijven, blijven de laatstgenoemden beschermd, ondanks ernstige vergrijpen.
De situatie rondom Vorswijk zendt een verkeerd signaal uit naar de jongeren in Suriname; het impliceert dat de gevolgen van fouten afhangen van wie je bent, en niet van de ernst van de misstap. Dit ondermijnt het vertrouwen in de overheid en vertroebelt de notie van gerechtigheid en gelijkheid binnen de samenleving.
De burgers van Suriname verdienen een transparant, eerlijk en verantwoordelijk overheidsapparaat, dat consequenties stelt ongeacht de positie van de overtreder. Het tijdperk van vrijbrieven voor ambtsdragers moet eindigen, willen we bouwen aan een eerlijker en rechtvaardiger Suriname voor toekomstige generaties.