Het lijkt wel de titel van een slechte film: de voortvluchtige ex-president van Suriname, Desi Bouterse, speelt verstoppertje met justitie, na veroordeeld te zijn tot een gevangenisstraf van 20 jaar. Ondanks de oproep van president Chan Santokhi aan de bevolking om Bouterse op te sporen, blijft hij ongrijpbaar.
Het lijkt erop dat de huidige regering een kans heeft gemist door geen financiële beloning te verbinden aan zijn aanhouding, een detail dat wellicht het verschil had kunnen maken.
Critici beweren dat het niet de taak van de bevolking is om het werk van de opsporingsdiensten over te nemen.
Echter, zoals politicoloog Ricardo stelt, is het de burgerplicht om te assisteren in de opsporing van criminelen, waaronder Bouterse. Toch rijst de vraag: wil de regering Bouterse eigenlijk wel vinden? Zijn arrestatie zou een permanente beveiliging vereisen tegen mogelijke onrust van zijn aanhangers, en brengt Suriname wellicht in een precaire situatie. De mysterieuze afwezigheid van Bouterse lijkt de autoriteiten daarom niet slecht uit te komen. Veel ‘Boutisten’ die dreigden met heisa, zijn uiteindelijk in stilte verdwenen, waardoor Bouterse ook voor hen tot het verleden behoort. Ironisch genoeg zou Bouterse, voor zijn persoonlijke veiligheid, zichzelf kunnen overgeven vlak voor de verkiezingen, wat zeker tot politieke opschudding zou leiden.
De echte kwestie is echter of Bouterse nog kan rekenen op zijn partij, die hij in de steek liet. Misschien hoopt hij op gratie van een toekomstige president uit eigen kring, maar binnen zijn partij leven ook gevoelens van opluchting. Velen zien zijn afwezigheid als een kans op een frisse start in een nieuw tijdperk.
Bouterse blijft dus niet alleen voortvluchtig voor de justitie, maar ook voor zijn eigen politieke nalatenschap, in een land dat snakt naar vernieuwing en gerechtigheid.