Hugo Chavez is dood. Hij laat een land achter dat geruïneerd is door zijn populistisch beleid dat hij “het socialisme van de 21ste eeuw” noemde. Venezuela heeft gedurende de 14 jaren van het leiderschap van Chavez geprofiteerd van ongeveer US$ 1 biljoen aan inkomsten uit de olie-bonanza, maar heeft weinig tastbaar en aantoonbaar aan ontwikkeling achtergelaten. Hugo Chavez heeft veel economische programma’s omarmd, die sterk afhankelijk zijn van het gebruik van een expansieve fiscaal en kredietbeleid en een overgewaardeeerde munt om de groei en de herverdeling van het inkomen te versnellen. Bij de uitvoering van zo een beleid, is er meestal geen zorg voor de fiscale en deviezenbeperkingen. Na een korte periode van economische groei en herstel, ontwikkelt zich een onhoudbare macro-economische druk die, aan het eind, leidt tot de sterke daling van de reële lonen en ernstige betalingsbalans moeilijkheden. Het uiteindelijke resultaat van deze experimenten is over het algemeen hollende inflatiecrises en de ineenstorting van het economische systeem.
Venezuela’s economie is overeind gehouden door de hoge grondstoffenprijzen en is nog niet ingestort, maar het is op weg naar een crisis. Een devaluatie van meer dan 30% dit jaar heeft de officiële wisselkoers tot 6,3 bolivars voor de dollar gebracht. De zwarte marktkoers – ongeveer 26 bolivars voor de dollar – laat zien hoeveel verder het moet gaan. De inflatie in 2012 bereikte 20%. Ongecontroleerde uitgaven, onteigeningen, prijsbeheersing, de monetaire expansie, kapitaalcontroles en ander ondoordacht beleid hebben ook geleid tot schaarste van basisgoederen, terugkerende stroomuitval, water rantsoenering, verhoogde afhankelijkheid van invoer en de olie-export en een stijgende staatsschuld en begrotingstekort .
Toen Chavez aan de macht kwam in 1999, beleefde het land minder dan 6.000 moorden per jaar. In 2012 bereikte dat aantal een piek van over de 21.700. Venezuela werd in 2012 op de Transparency International Perceptions Index op de 165ste plaats gerangschikt: plaats 165 uit de 174 landen.
Geconfronteerd met deze feiten zegt een Surinaamse econoom het volgende. “Chavez zijn gecentraliseerde politieke macht maakte zich meester van de belangrijkste instellingen van de Venezolaanse samenleving: het leger, de rechterlijke macht, het congres, de centrale bank, de kiesraad en de belangrijkste radio- en televisiestations. Hij deed dit door het vertrappen van de fundamentele burgerrechten en politieke vrijheden.”
“Voorts weet de econoom aan te geven dat de enorme uitbreiding van de staatsmacht leidde tot een verwaarlozing van de traditionele functies van de overheid, zoals veiligheid of het bijhouden van de infrastructuur en tot een toename van corruptie. Misdaad onder Chavez is omhooggeschoten. De systematische corruptie in het land werd alleen maar erger. Weliswaar groeide de economie onder Chavez en werd de armoede teruggebracht, zoals het geval was bij het grootste deel van de regio, maar de jaarlijkse economische groei van Venezuela van gemiddeld 3,3 procent tussen 1999-2011 bleef pover in vergelijking met die van Chili, Peru, Brazilië en Colombia: alle markteconomieën en democratieën, die fundamentele vrijheden niet opofferden in een poging om economische vooruitgang te bereiken.”
Ook geeft de econoom aan dat bij de volledige economische prestaties van de heerschappij van Chavez, in beschouwing zullen moeten worden genomen de daling van de lonen en het inkomen per hoofd die voortvloeien uit zijn beleid. “De Venezolanen hebben nu de mogelijkheid om af te stappen van het roekeloos beleid van de afgelopen 14 jaar en hopelijk af te stappen van het door de Staat gedomineerd ontwikkelingsmodel dat de Venezolaanse samenleving heeft getroffen voor decennia. Hugo Chavez’ economisch nationalisme en autoritair bestuur zal Venezuela de komende jaren blijven achtervolgen. Hoe sneller Venezuela deze bladzijde omslaat, hoe beter”, aldus de econoom.
Muireall Ross