DOE en de Internationale Dag van de Vrouw 2013

De politieke partij DOE wil vrouwen in het algemeen en onze Surinaamse vrouwen in het bijzonder feliciteren met 8 maart, de Internationale Dag van de Vrouw. ‘De viering van Internationale Dag van de Vrouw moet ons steeds weer bewust maken van de zeer belangrijke rol die vrouwen in elke samenleving vervullen. Vrouwen hebben evenals mannen recht op vrijheid en gelijkwaardigheid. Hieruit vloeit voort gevoelens van zelfrespect en eigenwaarde bij alle betrokkenen, deelname aan het bestuur als recht en niet als privilege, openheid en tolerantie ten opzichte van andere opvattingen.’
Het blijkt volgens DOE dat ondanks de Internationale Dag van de Vrouw er nog steeds vrouwen zijn die niet gelijkwaardig behandeld worden.
Ook in Suriname bestaat de indruk dat vrouwen nog geen aanspraak maken waarop ze recht hebben. Zo zijn er op de Surinaamse middelbare scholen 17.252 studenten, waarvan 6.102 jonge mannen en 11.150 dames. Dit is dus 35,4% voor het mannelijke en 64,6% voor het vrouwelijk geslacht op de middelbare scholen. Op de Pedagogische Instituten zijn er van de 4.292 studenten niet minder dan 95% (4.076) vrouwen. Het middelbaar onderwijs wordt dus door vrouwen beheerst. Alleen op de beroepsgerichte onderwijsinstellingen (Amto, Natin en Imeao) zijn er meer mannen dan vrouwen, respectievelijk 3.311 manspersonen (53,3%) om 2.897 vrouwspersonen (46,7%).
Ook op de universiteit blijken de vrouwelijke studenten te domineren. Het totaal studentenbestand (alle faculteiten en schakeljaar) bestaat uit 4.586 studenten. 3.160 zijn vrouwen (68,9%) en 1.426 zijn mannen (31,1%).  Alleen in de studierichting Electrotechniek (in totaal 148 studenten) en de studierichting Werktuigbouwkunde (151 studenten) zijn er meer mannen. Bij Electrotechniek is  38,5%  en bij werktuigbouwkunde  31,8% vrouw. Deze cijfers tonen duidelijk aan dat in Suriname vrouwen tot de meest ontwikkelde groep behoren, maar ondanks deze harde cijfers zien wij een totaal andere verhouding in het topkader. Het personeelsbestand van de Adek universiteit is zo een voorbeeld. Van de 356  docenten en onderzoekers (zowel voltijdse als deeltijds) zijn 206 mannen (57,9%)  en 150 vrouwen (42,1%).
Kijken wij ook naar de topfuncties op regeringsniveau, dan blijkt er sprake te zijn van een volledige scheefgroei. Van de 17 ministers is slechts 3 vrouw (17,6%).
Van de 51 DNA leden zijn slechts 6 vrouwen (11,8%), oorspronkelijk 5 gekozen. Van de 15 leden in de Staatsraad zijn slechts 4 vrouwen (26,7%).
De politieke partij DOE is daarom van mening dat gewerkt moet worden naar  een evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen binnen politieke partijen en in het bestuur van ons land.  In dit verband moet gekeken worden naar hoe andere landen zijn omgegaan met zaken als oppas en opvoeding van kinderen in combinatie met carrièreplanning van vrouwen. DOE is altijd voorstander van het nemen van verantwoordelijkheid in het gezinsleven door zowel vrouwen als mannen. Hierbij kunnen bijvoorbeeld zorgtaken niet slechts aan vrouwen worden overgelaten. Ontwikkeling en ontplooiing moeten bij beide genders op een evenwichtige wijze plaatsvinden.
De onterechte scheefgroei  binnen de samenleving, wat leidt tot sociale onrechtvaardigheid, moet worden aangepakt. De Surinaamse regering wordt opgeroepen haar genderbeleid te evalueren en waar nodig bij te stellen om zo te werken aan een integrale aanpak, aldus de Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid.

error: Kopiëren mag niet!