Kwikvrije goudwinning is een onderwerp dat heel lang op de agenda ligt in Suriname. We hadden eens een ministerie van Milieu 10 jaar lang en daarna was het 10 jaar lang weer stil. Nu hebben we weer zo een ministerie, maar milieumaatregelen gaan heel stroef. De regeringen van Suriname hebben geen vertrouwen in zichzelf dat ze consistent gaan kunnen handhaven en dat ze hun beleid gaan kunnen monitoren en aanpassen. Verder wordt er veel meer waarde gehecht aan de belangen van degenen die aan goudwinning doen, dan aan die van degenen die het slachtoffer zijn van de kwikvervuiling in het land. Goud is heel belangrijk geworden en ook politici geven met daden aan dat het een belangrijk strategisch middel is.
Zo heeft onze vp het belang van de sector benaderd door goud van porknokkers te ontvangen en daarover een bericht te lanceren. Het goud dat hij ontvangen heeft als een gift, zal hij inzetten om zijn verkiezingscampagne te voeren. Wij dachten dat de vp op deze manier geen persoonlijk aan hem gerichte giften mag ontvangen in de hoedanigheid van vicepresident van het land. De vragen die dan opkomen zijn, in ruil voor welke rechten, vrijstellingen of privileges de vp dit goud heeft ontvangen. Heeft hij het goud ontvangen van legale of illegale goudmijnbouwers? Zal hij in ruil voor deze gift, deze mannen vrijstellen om zich te houden aan de wet- en regelgeving die geldt in deze sector?
In elk geval is er een heel chaotische situatie gaande in de kleine goudmijnbouw, waar het soms zelfs heel gewelddadig aan toegaat. De veiligheid is een groot probleem evenals de kinderarbeid. Er wordt naar ons weten geen belasting afgedragen, het is allemaal deel van de informele economie. Er worden geen wetten die in Suriname gelden, toegepast. Er zijn ook geen instituten die vanuit de overheid in deze sector toezicht houden op hetgeen gebeurt op de goudvelden. Nu wordt er gesproken door een Franse ambassadeur over kwikvrij goud winnen in Suriname, wat de Frans-Guyanese regering is gelukt om in te voeren. Maar de situaties in Frans-Guyana en Suriname verschillen hemelsbreed.
De regering in Frans Guyana is heel strikt met het aanpakken van de illegaliteit. We hebben de berichten gezien waar ze illegale handel gewoon in brand steken. Er is op dat stuk een zero tolerance beleid. Aan de Surinaamse kant worden illegaliteit en informaliteit gedoogd. Dat komt omdat opeenvolgende regeringen niet de politieke wil hebben getoond om het land te ordenen. Men heeft de durf niet gehad om harde maatregelen te treffen, zonder mensen brodeloos te maken.
Men wil de impopulaire maatregelen niet invoeren bijvoorbeeld om iedereen belasting te laten betalen. Een deel van de Surinaamse economie betaalt belastingen en een deel niet. Dit heeft tot gevolg dat het de Surinaamse regering niet lukt om genoeg belastingmiddelen op te halen. Het IMF-programma gaat uit van een versterking van de belastingen en dat er een zekere verbetering plaatsvindt in het ophalen van de belastingen.
Kortom, het invoeren van kwikvrij goudmijnbouw in Suriname is vooral een zaak met een academische waarde. Het is iets voor studenten om over te studeren, verslagen te maken en af te studeren. Er is geen wetgeving die gefaseerd de sector die wildwest is, kan brengen naar het formele. De eerste discussies die worden gevoerd, belanden in onenigheid. De regering zou dan door deze maatregelen komen aan het brood van mannen en hun gezinnen. Ten tweede vinden velen in de informele sector dat de regering geen recht heeft om belasting bij ze op te halen, omdat zij een aantal dingen in het land verwaarloost en de opgehaalde middelen niet besteedt. Een deel van de opgehaalde middelen zou besteed worden aan corruptie en zou in de zakken verdwijnen van corrupte politici.
Het grootste obstakel om verandering in de kleinschalige mijnbouw in Suriname te brengen, is het politiek leiderschap. Zij zijn zelf informeel en zouden zich niet houden aan de belastingwetten van het land. Zij zijn de grootste participanten in de informaliteit en de grootste voorstanders daarvan. Maatregelen vanuit de overheid om kwikvrij mijnen in te voeren zal moeten komen vanuit ministeries, bijvoorbeeld die niet door ABOP-ministers worden geleid. Deze maatregelen zullen dan ook lijken op beleid om mensen van andere partijen het leven zuur te maken. Het zal uiteindelijk leiden tot politieke spanningen in de coalitie. En deze spanningen kunnen gebruikt worden voor politiek gewin.
We denken dan aan de operatie Clean Sweep die illegaliteit wilde aanpakken in de periode 2005-2010 en die gebruikt werd om de regering onder Venetiaan en de partij van die JusPol-minister aan te vallen. Etnische sentimenten werden daar niet vermeden.
Kwikvrij goud mijnen zal enige investeringen vergen en daarbij moet de regering ook met ondersteuning moeten komen. Het is ondersteuning ter verduurzaming van de economie en ter bescherming van het milieu. Deze exercities kunnen ook in samenwerking en met financiering van internationale ontwikkelingsorganisaties plaatsvinden. Helaas is ook het besef nog laag en de bereidwilligheid voor verandering. De politiek is gebaat bij het huidige systeem en loopt achter de illegaliteit en de informaliteit aan.