De Surinamer en assistent secretaris-generaal bij de Organization of American States (OAS), ambassadeur Albert Ramdin, besprak onlangs onderwerpen als leiderschap, politieke participatie, verantwoordelijkheidsgevoel en durf met een delegatie van “Caribbean Youth Ambassadors” die deze week in Washington DC op bezoek was. De jeugdambassadeurs waren afkomstig uit o.a. de Bahamas, Grenada, Guyana, Jamaica en Trinidad and Tobago als onderdeel van de programma’s ‘Youth Ambassadors’ en ‘Bold Leaders’ van de United States Department of State. De jongeren gaven aan geïnteresseerd te zijn in politieke carrières. De OAS-functionaris benadrukte daarbij dat dienstbaarheid de drijfveer moet zijn voor zulke ambities. Hij benadrukte in dat kader ook het belang van dialoog om politieke meningsverschillen uit te praten. Ramdin ontmoedigde drijfveren vanuit het individualisme en materialisme.
Ramdin is naast assistent secretaris-generaal ook voorzitter van de OAS Inter-Departmental Working Group on Youth Issues. Ramdin geniet niet de ondersteuning van Suriname voor de hoogste post binnen de OAS. De president zou naar aanleiding van kritiek van de samenleving hebben gezegd dat personen die ‘niets van de zaak afweten’ hun mond maar moeten houden. Intussen laat de president het na om uit te leggen hoe de zaak dan in elkaar zit. Opmerkelijk is wel dat ambassadeur McDonald wel voorgedragen werd voor de post van Caricom secretaris-generaal en ook voor een andere hoge functie bij de VN in Geneve, terwijl het voor een ieder duidelijk was dat hij geen sterke kandidaat was. Aan de andere kant zou Buza-minister Lackin een zwakke Mexicaanse kandidaat die geen draagvlak had, gesteund voor de post IMF managing director en niet de sterke Frans kandidaat van wie al bekend was dat zij zou winnen. De veranderde houding van Lackin roept vraagtekens op.