In Suriname is voedselverspilling geen gangbare praktijk, gezien de economische beperkingen waar veel huishoudens mee kampen. In deze context worden producten die aan bederf onderhevig zijn vaak gedoneerd aan instanties die ze effectief kunnen gebruiken, waarmee elke vorm van verspilling zoveel mogelijk wordt beperkt.
Dit staat in schril contrast met een recent VN-rapport waarin wordt vermeld dat wereldwijd dagelijks 1 miljard maaltijden worden verspild, wat neerkomt op meer dan $1 miljard op jaarbasis.
Deze onthutsende cijfers onthullen een ‘wereldwijde tragedie’ in een tijd waarin bijna 800 miljoen mensen honger lijden. Het is niet alleen een klap in het gezicht van moraal, maar wijst ook op een ernstig ecologisch falen. Het feit dat de voedselverspilling wereldwijd vermoedelijk zelfs hoger ligt dan gerapporteerd, en verantwoordelijk is voor meer broeikasgassen dan de hele luchtvaartsector, toont aan waarom dit een onderwerp van urgent internationaal debat moet zijn.
De situatie in Suriname, waar verspilling actief wordt tegengegaan door donaties aan nuttige doeleinden, dient als een krachtig voorbeeld voor landen die worstelen met dit probleem. Het elimineren van verspilling is niet alleen een kwestie van economisch nut maar is ook cruciaal voor het behoud van ons milieu. In een wereld waar overconsumptie en verspilling aan de orde van de dag zijn, biedt Suriname een levensles in efficiëntie en verantwoordelijkheid.