Ah, wat een tijd om te leven in Suriname! Overal waar je kijkt, bloeien de bomen van economische voorspoed en jubelen de statistieken ons toe – althans, als we de ‘deskundigen’ mogen geloven. Met borst vooruit verkondigt de regering dat we op de goede weg zijn. Vooruitgang, mensen! De cijfers dansen de polonaise, terwijl de werkelijkheid een droevig walsje probeert bij te benen.
Terwijl de bureaucraten klinken op de groei, zie je de burger zijn laatste centen omdraaien op zoek naar hoop. Bedrijven? Oh, die zijn zo dicht bij een glorieuze ondergang dat ze bijna in de geschiedenisboeken vermeld worden als monumenten van vergane glorie. Banenjacht lijkt meer op een loterij zonder winnaars; iedereen doet mee, maar niemand wint echt iets. En dan de exodus! Mensen trekken weg in drommen, zeg maar de moderne versie van de grote trek – alleen laten ze hierbij hun geloof in verandering achter.
Maar wacht, er is meer goed nieuws op komst! Zoals een chef-kok die net iets te enthousiast zout over zijn gerecht strooit, zo verhoogt de regering de stroomprijzen en het minimumloon. Een verfijnde manier om de kosten voor bedrijven op te drijven en het leven van de werkende burger ‘spannender’ te maken. Het is alsof ze zeggen: “Je wilde een hoger loon? Gefeliciteerd, nu kun je met dat loon nog minder doen dan voorheen!” Ondertussen zullen bedrijven in hun quest om kosten te besparen waarschijnlijk minder mensen aannemen, wat een prachtige ironie schept.
En de regeringsleden? Oh, die kunnen vast en zeker een manier vinden om hun kop boven water te houden – hopelijk niet door letterlijk op onze ruggen te drijven. Laat de burgers maar schreeuwen en huilen; het lijkt een soort nationale sport te worden. Wie weet, misschien stoppen ze vanzelf wel, uitgeput door de constante teleurstellingen.
Maar, een waarschuwend woordje aan onze geliefde regering: Pas op dat in 2025 het volk niet besluit dat ‘stoppen met jullie’ de enige vooruitgang is die ze nog kunnen boeken. Zou zomaar het begin van een nieuw tijdperk kunnen zijn – eentje waarbij boekenwurmen misschien toch wat nauwkeuriger moeten lezen tussen de regels door.