Onlangs jammerde een journalist in een ingezonden stuk op een nieuwswebsite over “aanvallen op mediabedrijven die kritische journalistiek durven te bedrijven”. Hij noemt het zelfs een “verontrustend fenomeen”. Maar, deze journalist gaat met geen woord, geen letter, in op om wat voor aanvallen het gaat. Hij benoemt wel drie zogenoemde nieuwswebsites, maar gerenommeerde serieuze nieuwswebsites en kranten blijven onvermeld. Zijn die gevrijwaard van de “aanvallen”? Berichten die niet kritisch? Neen, die gaan daar waarschijnlijk op een volwassen manier mee om en weten simpelweg dat kritische berichtgeving kan rekenen op een fikse dosis kritiek, terecht of niet, fatsoenlijk of niet, laag bij de grond of niet.
De journalist gaat zelfs zo ver door te beweren dat de door hem gesuggereerde “aanvallen” “een directe bedreiging voor het fundament van onze samenleving zijn”. Het fundament van de samenleving zijn echter de Grondwet, democratie en respect voor elkaar, maar kritische journalistiek is verre van het fundament van de samenleving en helemaal niet vermeende kritische journalistiek op zogenoemde nieuwswebsites die niet eens te kwalificeren zijn als serieuze journalistiek.
De “aanvallen” op mediabedrijven en dan met name hun social media-pagina’s, vindt de schrijver van het ingezonden stuk “een zorgwekkende ontwikkeling”.
Maar, is het juist niet zorgwekkend dat de schrijver van het ingezonden stuk een ongefundeerde en ongenuanceerde sfeer creëert, door te beweren – zonder daarvoor bewijzen aan te dragen – dat er mediabedrijven zouden zijn die worden aangevallen. Maar, aangevallen wanneer, door wie, waarom, etcetera. Nee, die belangrijke informatie wordt voor het gemak maar achterwege gelaten.
De schrijver stelt wel, dat er “bepaalde politieke krachten” zijn die volgens hem proberen “om kritische stemmen de mond te snoeren”, vooral met het oog op de verkiezingen in mei volgend jaar. Maar, moet je als journalist in de aanloop naar verkiezingen niet altijd rekening houden met “aanvallen”….. Dat is het vileine politieke spel nu eenmaal en een professionele journalist weet dat en houdt er rekening mee.
Volgens de journalist zou nota bene de samenleving actie moeten ondernemen om persvrijheid en vrijheid van meningsuiting te beschermen.
Deze jammerende journalist zou echter bij zichzelf te rade moeten gaan en zich moeten realiseren, dat iedereen in de 21e eeuw, met de toenemende kracht en macht van social media, rekening moet houden met “aanvallen”, beschuldigingen, nepnieuws, nep-accounts, enzovoorts. Dit gegeven los je niet op door een ingezonden stuk te schrijven met een jammer-tirade over “aanvallen” zonder die verder inhoudelijk te benoemen.
De pers in Suriname kan in alle vrijheid haar berichtgeving doen, hoe en waar dan ook. En ja, wie kritisch schrijft kan “aanvallen” verwachten, zo werkt het nu eenmaal in de huidige maatschappij waarin met vuil smijten onderdeel is geworden van het nieuwe normaal. En ja, wie kritisch schrijft, zou kunnen en moeten verwachten dat dat niet ‘ongestraft’ blijft. Velen zijn in dit land nog niet gewend aan die kritische, scherpe pen. Het is gewoon, gewoon geworden in de samenleving van vandaag de dag. Een goede journalist zou zich daar bij neer moeten leggen en niet moeten jammeren over aanvallen en oproepen tot actie.
Laat de schrijver van het ingezonden stuk volwassen worden en de huidige zogenoemde kritische journalistiek met een huidig oor en oog uitoefenen. En ja, dan kan je kritiek op je bordje krijgen, maar verorber die kritiek – dat omschreven wordt als aanvallen – als je dagelijkse maaltijd en ga gewoon door met kritische teksten, kritische artikelen, maar stop met dat zelf meelijwekkende jammeren. Aanvallen op kritische journalistiek is nu eenmaal ‘part of the job’ en iedere professionele journalist is zich dat bewust.
Viktor Aardenburg