De recente activiteiten van een Chinese onderneming, NV. Goldline, dichtbij inheemse gemeenschappen in het westen van Suriname, hebben lokale en nationale aandacht getrokken. De onderneming is van plan om grind en zand te ontginnen op een concessie van bijna 300 hectare, die zij heeft verkregen ondanks eerdere negatieve milieuadviezen.
Deze ontwikkeling heeft Assembleeleden uit Nickerie en Sipaliwini, evenals lokale gemeenschappen, tot actie aangespoord.
De inheemse gemeenschappen, bekend om hun traditionele levenswijze en afhankelijkheid van de Corantijnrivier, vrezen de impact van deze industriële activiteiten op hun land en leefomgeving. Districtscommissaris Josta Lewis heeft de plaatselijke bevolking bijeengeroepen om de situatie te bespreken en hun ongenoegen te uiten over de plannen van NV. Goldline Mining.
Lokale gemeenschappen wantrouwen de beperking tot alleen grind- en zandontginning, gezien eerdere activiteiten door Surinaamse ondernemers in het gebied.
Als reactie op deze groeiende bezorgdheid heeft een presidentiële commissie de inheemse gebieden bezocht om de ontevredenheid over de landuitgifte aan te horen. Tijdens een reeks consultatiesessies met de gemeenschappen Washabo, Section, en Kabalebo, bleek dat de meningen verdeeld zijn. Terwijl de gemeenschap van Washabo een massaal protest liet horen, stemde Section toe met de uitgifte en waren vertegenwoordigers van Apoera slechts in de minderheid aanwezig.
Deze kwestie benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van economische ontwikkeling tegenover de behoeften en rechten van inheemse gemeenschappen. De regering staat nu voor de uitdaging om een evenwicht te vinden dat zowel de economische belangen als de levenswijze van haar inheemse bevolking respecteert.