DNA-lid Debie: “Proactief nadenken over oceaaneconomie en voorbereid zijn op klimaatverandering en verstoringen ecosysteem”

Het VHP-Assembleelid Radjendre Debie vindt dat er proactief nagedacht moet worden over een oceaaneconomie om de veerkracht te kunnen opbouwen en ons aan te passen aan de ergste gevolgen van klimaatverandering en verstoringen van ecosystemen. Tijdens de debatten in het parlement deze week over de concept Milieu Raamwet bracht Debie aan de orde het belang van bescherming van de oceaan voor duurzame economische ontwikkeling. 

Oceaaneconomie of ook wel blauwe economie genoemd is de term die wordt gebruikt om economische activiteiten te beschrijven die te maken hebben met onze oceanen en zeeën. 

Tot nog toe wordt er meer gesproken over groene economie, die beschermd moet worden zoals rivieren en bossen. Maar het is ook belangrijk om te kijken naar de “blauwe economie” met de oliefondsen en alles wat daar zal gebeuren en of daarbij voldoende rekening wordt gehouden met milieuvervuiling die zich kunnen voordoen.

Milieubescherming op zee

Debie vraagt zich af hoe de bescherming van het milieu op zee gaat geschieden. In tegenstelling tot de groene economie gaat het op zee om veel grotere oppervlakten waarbij heel wat schade kan worden toegebracht aan de schatten in de zee. Het Assembleelid pleit daarom voor goede en heldere regelgeving met sancties en adequate handhaving. Er dient regelgeving te komen die aangeeft wie aansprakelijk gesteld kan worden voor schade die aan het milieu en ecosystemen op zee ontstaat als gevolg van economische activiteiten.

Tot de activiteiten waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze de blauwe economie vertegenwoordigen, behoren de zeescheepvaart, visserij en aquacultuur, kusttoerisme, hernieuwbare energie, waterontzilting, onderzeese bekabeling, winningsindustrieën op de zeebodem en diepzeemijnbouw, mariene genetische hulpbronnen en biotechnologie. De blauwe economie is naar schatting wereldwijd ruim USD 1,5 biljoen (1,500 miljard) per jaar waard.

Het zorgt voor meer dan 30 miljoen banen en levert een essentiële bron van eiwitten aan meer dan drie miljard mensen.

Oceaanfinanciering

Hoewel dit de afgelopen jaren is overschaduwd door een grotere nadruk op de ‘groene economie’ (dat wil zeggen de rol van activiteiten op het land in de economische transformatie die nodig is voor de transitie naar een koolstofarme toekomst), is er een hernieuwde belangstelling voor  de blauwe” economie. De OECD (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) voorspelt dat de oceaaneconomie in 2030 in omvang kan verdubbelen tot  USD 3 biljoen (3.000 miljard).

Volgens Debie zijn er mogelijkheden in de wereld voor oceaanfinanciering. Suriname zou moeten bekijken hoe deze mogelijkheden benut kunnen worden. Bij oceaanfinanciering gaat het om financieringsinstrumenten en investeringen die nodig zijn om duurzame oceaaneconomie te bereiken. Er is uitgerekend dat elke USD 1 die in oceaanactie wordt geïnvesteerd USD 5 aan voordelen kan opleveren.

Er zijn ook investeringen nodig in kustecosystemen die zorgen voor een natuurlijke kustverdediging. Kustverdediging wordt steeds belangrijker naarmate de gevolgen van klimaatverandering toenemen. Natuurlijke kustverdediging  is belangrijk om het voortbestaan van kustecosystemen zoals mangroven, zeegrasvelden, koraalriffen, kelpbossen, modderbanken en kwelders op lange termijn te garanderen.

SS

error: Kopiëren mag niet!