De regering, die zichzelf afficheert als de ridder in glanzend harnas voor het bedrijfsleven, heeft eindelijk de ultieme strategie onthuld om de economie te stimuleren: volledige verwoesting van het bedrijfsleven als katalysator voor groei. In een tijd waarin productie, werkgelegenheid en innovatie worden gezien als de ruggengraat van elke bloeiende economie, heeft deze regering het licht gezien: waarom zouden we ons bekommeren om deze ouderwetse concepten wanneer chaos en bandeloosheid zoveel meer te bieden hebben?
In een geniale zet, die door toekomstige historici ongetwijfeld zal worden geprezen, heeft de regering besloten om de toch al door Covid-19 geteisterde bedrijven een extra duw richting de afgrond te geven met een onaangekondigd IMF-programma, wat naar schatting zal leiden tot een verbluffende 60% vernietiging van bedrijven.
Dit is natuurlijk allemaal onderdeel van het grotere plan om de weinige overlevenden te laten smachten naar dat zeldzame economische voordeel, dat zo klein is dat je het door een microscoop moet bekijken.
Ondanks dat vele burgers en ondernemers in 2020 nog vol lof waren over deze regering, blijkt dat liefde toch echt door de maag gaat – of in dit geval, door de portemonnee. Wanneer ons leven en onze bedrijven worden vernietigd door hun beleid, verdwijnt de adoratie als sneeuw voor de zon. Geen enkel bedrijf wil immers vrijwillig de markt verlaten zonder dat ze daar zelf schuld aan hebben.
Het lijkt erop dat de veroorzaker van deze malaise plaats moet maken voor een nieuwe aanpak. Maar vrees niet, de regering heeft ongetwijfeld nog meer briljante strategieën achter de hand. Misschien kunnen we binnenkort een nieuwe golf van ‘innovatieve’ beleidsmaatregelen verwachten, zoals het verplicht stellen van zand eten om de voedselzekerheid te verbeteren, of het verbieden van werk om de werkloosheidscijfers te verlagen. De toekomst ziet er rooskleurig uit!