Dus de SWOT analyse in deel vijf laat zien dat wij weinig ontwikkelingsopties hebben. Investeringen zijn de bloedsomloop van de economie. Als derdewereldland is de private sector nog te klein en te zwak om de economie te dragen. Derhalve zal de economische opbouw moeten geschieden op basis van het concept van state led development gelijk dat ook gebeurd is in Singapore. Echter state led development vraagt om een kundige overheid. En dat betekent dat we er naartoe zullen moeten werken om een inclusief technocratenkabinet regeermacht te verschaffen. De oude politiek heeft langer dan 70 jaar de scepter gezwaaid en ze hebben overtuigend bewezen niet te beschikken over de capaciteit om het land op te bouwen.
Alle mogelijke investeringen zullen het karakter dragen van niche investeringen met uitzondering van die in de landbouw. De landbouw is de enige sector die werkgelegenheid kan scheppen op het kundigheidsniveau van de werkzoekenden. Alle ontwikkelde landen hebben een groot deel van hun bos gekapt ten behoeve van industriële ontwikkeling. In de ontwikkelde wereld is circa 80% van het bos geen primair bos meer. Suriname gebruikt het bos voor de ontwikkeling van het buitenland. Chinezen mogen hun gang gaan en de overheid kijkt toe als een stelletje Libas.
Waarom oliepalm een must is voor Suriname
Het project van FFF uit Hyderabad in India moet met de grootste spoed geïmplementeerd worden. Het omvat investeringen ter grootte van 203 miljoen Amerikaanse dollars in netto 40.000 ha oliepalm, bruto circa 55.000 ha dat is minder dan 1% van ons bos. De marrons hebben meer dan het 10-voudige, circa 600.000 jaar hectare bos finaal vernietigd en wat brengt dat ons op. De directe werkgelegenheid van het oliepalmproject bedraagt 3800 en dezelfde hoeveelheid werkgelegenheid kan indirect geschapen worden.
De pajong waaiers uit het Westen zullen natuurlijk moord en brand schreeuwen terwijl ze geen enkele oplossing hebben voor de sociaaleconomische problemen van Suriname. Olie voor de kust kan straks ook ervoor zorgen dat de kustvisserij net als in Guyana gaat verdwijnen dus vis voor lokale consumptie gaat ook verdwijnen. Maar niemand die zich daarover zorgen maakt want het gaat om de belangen van blanke multinationals.
Oliepalm versus bos
In de figuren één en twee zijn fysiologische data te vinden met betrekking tot kritische parameters van bos versus oliepalmplantage.
Figuur 1 Vergelijking van fysiologische data oliepalm versus bos ;bron www.ipcc.ch/pub/spm22-01.pdf
Figuur 2 Koolstof opslag bos versus oliepalm plantage;bron palm oil journal vol 2 20-3-21
De koolstofopslag en de zuurstofproductie van een oliepalmplantage zijn hoger dan die van een bos.
Van de top-4 plantaardige oliën ter wereld heeft de oliepalm de hoogste productiviteit met 4,3 ton per hectare per jaar. De productiviteit van anderen is veel lager, aangezien koolzaad, zonnebloemen en sojabonen slechts een productiviteit hebben van respectievelijk 0.7 ton, 0.52 ton en 0.45 ton per hectare per jaar. Dat betekent dat het landgebruik voor de productie van één ton palmolie veel minder is vergeleken met de andere drie plantaardige oliën.
Houtkap ten behoeve van high value added producten
Bij een volume-export van een half miljoen kubieke meter houtproducten, ontvangt de staat tussen 7.5 en 15 miljoen Amerikaanse dollars aan inkomsten. Bij verwerking tot gezaagd hout is de toegevoegde waarde 75 usd per cum. Bij verwerking tot meubels 180 USD per cum. Internationale groothandelaren die boeken een toegevoegde waarde van 350 usd per cum. En internationale detaillisten realiseren een toegevoegde waarde van 735 usd per cum. De handel voegt veel waarde toe aan het product. Wij verliezen dus jaarlijks ca 150 miljoen usd door alleen rondhout te exporteren, werkgelegenheid en andere factoren niet meegerekend, De houtsector is in Suriname zeer primitief omdat de sector en de gehele economie gemanaged wordt door laag ontwikkelde politici met weinig kennis van industriepolitiek.
Vermarkting van delen van het bos op de carbon kredietmarkt
Ik zou de overeenkomst met de neokoloniale Conservation International verbreken en het bos onderbrengen bij een Surinaamse autoriteit en dat bos met toevoeging van andere delen van ons bos van vermarkten op de internationale koolstof credit markt. Een carbon credit kost momenteel ca USD 10-35 per mt carbon. De huidige wereldmarkt wordt geschat op 10-20 miljard USD. Een hectare Surinaams bos kan momenteel tussen de USD 2500-25000 waard zijn op die markt. Geschat wordt dat wij tussen de USD 100-200 miljoen jaarlijks op deze wijze kunnen verdienen.
Voorwaarde is echter dat buitenlandse maatschappijen verdwijnen uit ons bos, en dat hout gekapt wordt op een duurzame wijze, de Celos houtkap methode, ontwikkeld door onze eigen mensen. Verder zal de gehele houtindustrie een transformatie moeten ondergaan naar de productie van producten met een hoge toegevoegde waarde. Daartoe zal het noodzakelijk zijn een hout sector instituut op te zetten met professionals (houttechnologen) op het gebied van houtverwerking.
Richard B Kalloe