Michael Subhan, de voorzitter van de Surinaamse Moslim Associatie (SMA), heeft een krachtige uitspraak gedaan door abortus te bestempelen als kindermoord, een daad die volgens hem strikt verboden is binnen de islam. Hij benadrukt dat ongewenste zwangerschappen voorkomen kunnen worden door het gebruik van voorbehoedsmiddelen, wat toegestaan is binnen de islamitische leer.
Echter, eenmaal een bevruchting heeft plaatsgevonden, wordt het beëindigen van de zwangerschap gezien als het doden van een ongeboren kind.
Deze uitspraak komt op een moment dat de wereldwijde discussie over abortus blijft voortduren, met een breed scala aan juridische, culturele en sociale houdingen ten opzichte van deze kwestie. In veel westerse landen, waaronder Canada, de Verenigde Staten en een aantal Europese naties, is abortus legaal en relatief toegankelijk. Echter, in vele delen van de wereld zoals het Midden-Oosten, bepaalde delen van Afrika en Azië, en sommige Latijns-Amerikaanse landen, wordt abortus sterk gereguleerd of zelfs volledig verboden, vaak als reflectie van diepgewortelde religieuze en culturele waarden.
De uiteenlopende standpunten over abortus benadrukken de complexiteit van dit onderwerp als een juridisch, ethisch en sociaal vraagstuk. Terwijl progressieve bewegingen pleiten voor uitgebreide toegang tot reproductieve gezondheidszorg, blijven conservatieve krachten strijden voor beperkingen op basis van morele of religieuze gronden.
In deze gepolariseerde discussie stelt Subhan dat het ongeboren kind het grondwettelijk recht heeft om niet vermoord te worden, en de kans moet krijgen om geboren te worden en een leven na de geboorte te ervaren.